Einddoel en Uitvoering

Nederland zet in op een volledig circulaire bouweconomie in 2050. Het betekent dat we binnen krap 30 jaar moeten overstappen op een geheel andere en vooral slimmere manier van ontwerpen, ontwikkelen en bouwen met gebruik van nieuwe circulaire strategieën, innovatieve contractvormen, gedurfde businessmodellen en duurzame materialen.

Het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, bestaande uit deskundigen uit alle geledingen van bouw en infra, is aanjager van deze ontwikkelingen. Het Transitieteam publiceerde in januari 2018 de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie (TA-CBE) met als einddoel voor 2050 ‘een bouweconomie die volledig circulair is’.

Basiskamp in 2023

Destijds heeft het Transitieteam besloten dat in 2023 een compleet basiskamp moet zijn ingericht om te kunnen komen tot het einddoel. Het pad tot 2023 is belegd in een Uitvoeringsprogramma richting het basiskamp (2021-2023), en is geënt op 4 speerpunten: (1) Marktontwikkeling, (2) Meten, (3) Beleid, wet- en regelgeving, en (4) Kennis en bewustwording. Zie op deze pagina de resultaten tot dusver.

Doelenstrategie

Het Transitieteam heeft doelen en mijlpalen van de circulaire transitie gedefinieerd, productgroepen opgesteld en routekaarten uitgestippeld. En dit in nauw overleg met betrokken stakeholders en partners ingevuld. Het Rijk onderschrijft dit beschreven toekomstbeeld uit de adviesroutekaarten en de gekozen productgroepen.

Einddoel 2050

Het uitgangspunt van het Transitieteam is om de negatieve impact van de bouweconomie op het milieu in 2050 te voorkomen zodat onze gezonde leefomgeving ook voor toekomstige generaties behouden blijft.
Dit doel is als volgt beschreven:

Einddoel 2050
Het einddoel in 2050 – een bouweconomie die volledig circulair is – betekent dat we er dan in slagen om te voorzien in de sociaaleconomische behoeften aan huisvesting en infrastructuur zonder daarbij de draagkracht van de aarde te overschrijden in de vorm van uitputting, CO₂- uitstoot, vervuiling, biodiversiteitsverlies en andere milieuschade. Hierbij is er geen sprake van afwenteling in de tijd, naar andere landen of verlies van andere sociaaleconomische waarden, zoals leveringsrisico’s, ten gevolge van de circulaire bouweconomie.

Kort gezegd betekent dit dat de milieu-impact van een circulaire bouweconomie niet groter mag zijn dan de natuurlijke draagkracht van de aarde. Bij het realiseren van deze doelstelling is een belangrijke rol ingeruimd voor de milieukostenindicator MKI/MPG. Deze op Europese normen gebaseerde meetmethode voegt een breed scala aan relevante milieueffecten samen, zoals uitputting, CO₂-uitstoot, vervuiling en biodiversiteitsverlies.
Bij het elimineren en compenseren van het grootste deel van de door bouwactiviteiten veroorzaakte milieuschade in 2050 is de milieukostenindicator MKI/ MPG in theorie 0. Daarmee is dit instrument geschikt om (tussen)doelen te bepalen en doelbereik te meten.

Tussendoel 2030

Op weg naar een geheel circulaire bouweconomie is het belangrijk om voor 2030 een concreet tussendoel te formuleren. Dit is nodig om de vaart erin te houden richting het einddoel; de laatste loodjes wegen vaak het zwaarst! Voor het vaststellen van het doel voor 2030 is uitgegaan van de koplopergedachte; we bepalen realistische maar ambitieuze doelen voor de hele sector in 2030 op basis van de prestaties (uitgedrukt in MKI/MPG) die nu door koplopers behaald worden. Op basis van de prestaties van de huidige koplopers in de woningbouw zou de berekende MPG voor de rest van de sector in 2030 0,3 mogelijk zijn. Dit is meer dan een halvering ten opzichte van de huidige eis van 0,8 uit het Bouwbesluit. Voor de andere productgroepen in de bouw en infra zou het moeten leiden tot een reductie van 50% van de MKI in 2030.

Productgroepen en routekaarten

Het Transitieteam heeft een aantal productgroepen geselecteerd die centraal staan in de circulaire transitie. Het betreft productgroepen met de hoogste milieu-impact en risico’s op leveringszekerheid. Hierbij is vooral gekeken naar het bouwwerk om de totale integrale impact zichtbaar te maken. Door naar een bouwwerk te kijken in plaats van naar een grondstof of materiaal is het mogelijk om zicht te krijgen en te sturen op grondstoffengebruik en de milieueffecten over de gehele levensduur, in de complete productieketen. Met doelen per productgroep kunnen we het grondstoffengebruik gericht aanpakken en de milieu-impact verminderen. Voor alle productgroepen zijn routekaarten opgesteld met doelen, strategieën en mijlpalen richting 2030. Ook is er een overkoepelende routekaart.

Voor alle productgroepen zijn routekaarten opgesteld met doelen, strategieën en mijlpalen richting 2030. Ook is er een overkoepelende routekaart die (randvoorwaardelijke) ontwikkelingen beschrijft die voor de gehele sector relevant zijn. Deze zijn mede gebaseerd op de acties en doelen zoals die door het Transitieteam zijn geformuleerd in het zogenoemde ‘Basiskamp 2023’. Hierin zijn alle benodigde instrumenten, hulpmiddelen en voorwaarden opgenomen om de circulaire transitie te laten plaatsvinden.
We onderscheiden de volgende productgroepen:

Utiliteitsbouw

In 2030 hebben we fikse stappen gezet op weg naar circulaire nieuwbouw van kantoren en bedrijfsruimten. Vastgoedbeheer, -ontwikkeling en aanbesteding worden circulair uitgevoerd en uitgevraagd, evenals het onderhoud. Waar nog gewerkt wordt met ‘conventionele’ materialen, is de milieu-impact daarvan door onder meer het Beton- en Staalbouwakkoord flink verlaagd.

BEKIJK ROUTEKAART KANTOREN EN BEDRIJFSHALLEN

Bruggen en viaducten

Kunstwerken, zoals bruggen en viaducten, zijn bouwwerken met een grote milieu-impact. De eerste prioriteit is het goed onderhouden van bestaande kunstwerken en onderdelen zoveel mogelijk te hergebruiken. Waar toch nieuwe componenten nodig zijn, wordt ingezet op materialen met een lage footprint, maar ook hernieuwbare materialen zoals hout of geopolymeerbeton.

BEKIJK ROUTEKAART BRUGGEN EN VIADUCTEN

Asfaltwegen

Nederland telt bijna 700 km2 asfalt. Het draagt bij aan circa tweederde van de CO₂-uitstoot in de GWW-sector. In 2030 zetten we volop in op hoogwaardige recycling van asfalt; we kunnen het vrijkomende asfalt voor 95-100% hergebruiken. Ook zetten we in op het vergroenen van asfaltcentrales tot emissieloze centrales.

BEKIJK ROUTEKAART WEGVERHARDINGEN/ASFALTWEGEN

Woningbouw

In 2030 wordt in de woningbouw volop ingezet op hergebruik en herbruikbaarheid. Maar vooral op de toepassing van hernieuwbare bouwmaterialen, zoals houtvezel en cellulose voor isolatie en plaatmaterialen. De MKI/MPG-methodiek is dan ook de norm bij (grootschalige) renovaties zoals bij energetische verduurzaming van woningen.

BEKIJK ROUTEKAART WONINGEN

Installaties

Bouwwerken zullen de komende jaren veel comfortabeler, veiliger en energiezuiniger moeten worden. Om dit te realiseren, krijgen gebouwinstallaties steeds meer een leidende rol in de bouwsector. Samen met de Transitieagenda Maakindustrie is de bouw gestart met het maken van een routekaart om de impact te verlagen. Door onder andere ketensamenwerking, circulaire business modellen, circulair ontwerpen en hergebruik.

Hoe nu verder?

De invulling van de diverse routekaarten is niet in beton gegoten. De volgende stap is dat deze in nauw overleg met betrokken stakeholders en partners worden ingevuld. Het Transitieteam gaat hiertoe de komende periode een actieve dialoog aan met alle betrokken partijen. Er ontstaat daardoor synergie zodat de verschillende initiatieven elkaar gaan versterken. De inzet is om de resultaten van dit traject eind 2022 te bundelen in een Uitvoeringsprogramma Circulaire Bouweconomie.

Uitvoeringsprogramma 2021-2023

U vindt het uitvoeringsprogramma voor 2021-2023 hieronder, evenals de twee voorgaande edities. Klik op de afbeeldingen om te downloaden.)