Dossier Materialenpaspoort

1. Waarom een materialenpaspoort?


In de bouw- en infrasector zijn twee grote belemmeringen voor het grootschalig hoogwaardig hergebruiken van materialen:

  1. Er is te weinig informatie beschikbaar over bestaande materialen en constructies. Daardoor zijn de risico’s voor hergebruik ten opzichte van nieuwe materialen te groot;
  2. Het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod van beschikbare materialen – in tijd, locatie en kwaliteit – tussen verschillende partijen in de keten is onvoldoende mogelijk.
Een materialenpaspoort biedt op beide punten potentieel de uitkomst. Door een materialenpaspoort krijgt materiaal een identiteit. Deze identiteit verkleint veronderstelde risico’s en maakt hoogwaardig hergebruik mogelijk.

Wat is de relatie met de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie?


De Transitieagenda Circulaire Bouweconomie benoemt het verkrijgen van inzicht in materialen en grondstoffen een eerste essentiële stap voor het realiseren van een circulaire bouweconomie. Dat kan bijvoorbeeld met behulp van een materialenpaspoort.

Wat is de relatie met overheidsbeleid?


Het kabinet Rutte III nam zich voor in reactie op de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie een besluit te nemen over een wettelijke verplichting van het materialenpaspoort.

Het Transitieteam adviseerde het kabinet in 2020 dat er nog onvoldoende inzicht was om een wettelijke verplichting van een materialenpaspoort te verantwoorden. Daarom is een actieonderzoek uitgevoerd rond vier cruciale vragen:

  1. Welke informatie is voor de bouwketen in welke situatie noodzakelijk om circulair te werken?
  2. Hoe kan ervoor gezorgd worden dat deze informatie leidt tot circulair gedrag?
  3. Welke alternatieve instrumenten zijn beschikbaar om in de informatiebehoefte te voorzien en wat zijn de kosten en baten van deze instrumenten?
  4. In hoeverre kunnen marktpartijen zelf organiseren dat de noodzakelijke informatie beschikbaar is?

Eind 2021 presenteerde de onderzoekscommissie haar advies.

  • De commissie concludeerde dat bij nieuwbouw, grootschalige renovatie en sloop vaak al veel informatie beschikbaar is.
  • De overheid zou het initiatief moeten nemen om sectorbrede afspraken te maken over datadelen, waarbij materiaalpaspoorten functioneren als datadeel-initiatief.
  • De commissie vindt een aparte wettelijke verplichting van een materialenpaspoort voor nieuwbouw op korte termijn niet aan te raden. In de huidige situatie is de voedingsbodem voor een verplichting van een materialenpaspoort namelijk nog te schraal.

Medio 2022 besloten het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het Ministerie van Infrastructur en Waterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat dat er één brede CE datastrategie voor de bouwsector nodig is. De eerste stap is om een verkenner aan te stellen die de vraag wat daarvoor nodig is verder in kaart brengt.

2. Wat is een materialenpaspoort?

De term paspoort roept vaak het beeld op van een uniform fysiek of digitaal document. Een nieuw instrument voor een circulaire economie. In de huidige praktijk zijn hiervan verschillende varianten, zoals een Excel-sheet of een registratie in Madaster.

Maar feitelijk is geen sprake van een (digitaal) uniform document, maar gaat het om een set van data die nodig zijn voor een circulaire bouweconomie. Data die uit verschillende systemen kunnen worden gehaald en tussen verschillende systemen uitgewisseld kunnen worden. Data die informatie bevatten over o.a. de toegepaste materialen, elementen, (deel)objecten, zoals het soort materiaal, de kwaliteit, de hoeveelheden, de (financiële) waarde, de wijze van montage, eigenaarschap en de locatie van objecten. Uiteindelijk kan deze dataset (of ‘het paspoort’) dus uit verschillende data bestaan, die bovendien kan variëren in de tijd. (bron: Kennisdossier Data en paspoorten, Rijkswaterstaat, 2022.)

Ingrediënten van een materialenpaspoort

CB’23 maakte een longlist van alle items waaruit een materialenpaspoort kan bestaan. Een greep daaruit:

  1. Bouwelementen, bouwproducten en materialen in een bouwwerk en de fysieke samenstelling daarvan. Denk daarbij ook aan (potentiële) toxiciteit.
  2. Locatie van het bouwwerk plus de locatie van de elementen, producten en materialen binnen het bouwwerk.
  3. Losmaakbaarheid: hoe kunnen aannemers bouwelementen, bouwproducten en materialen losmaken voor hergebruik zonder downcycling?
  4. Eigenschappen/status van bouwproducten en materialen, denk aan:
    - Opleveringsdatum
    - Maatvoering
    - Conditie
    - Onderhoudsstatus
    - Levensduur
    - Veiligheid
    - Gezondheid
    - Herbruikbaarheid
    - Vervuiling
    - Adaptiemogelijkheid
  5. De gebruiksaanwijzing, garanties en certificaten van installaties, apparatuur en bouwproducten.
  6. Eigenaarschap van materialen, installaties of bouwelementen.
  7. Vraag en aanbod, nu en in nabije toekomst.

Soorten materialenpaspoorten

Er kunnen paspoorten worden opgesteld op diverse schaalniveaus:

  • paspoort voor bouwwerk of beheerobject
  • paspoort voor element, bouwdeel of component
  • paspoort voor onderdeel of bouwproduct
  • paspoort voor materiaal
  • paspoort voor grondstof
Een paspoort is opgebouwd als piramide, waarbij de informatie op een hoger niveau opgebouwd is uit informatie van objecten van onderliggende schaalniveaus (bijvoorbeeld een gebouw dat uit een verzameling elementen bestaat). De schaalniveaus zijn ‘nestbaar’, zodat overerving van de informatie van het onderliggende niveau kan plaatsvinden.

Materialen en producten verouderen of worden vervangen in de loop van de tijd. Daarom is het zaak rekening te houden met verschillende levensfasen bij het opstellen van een materialenpaspoort:

3. Voor wie is een materialenpaspoort relevant?


Zowel opdrachtgevers, architecten, aannemers, beheerders, eigenaren, huurders, slopers, recyclers, handhavers, toeleveranciers als handelaren hebben baat bij inzicht in de beschikbare voorraad secundaire materialen.

4. Wat zijn toepassingen van een materialenpaspoort?

Er zijn veel situaties denkbaar waarin een materialenpaspoort nuttig is:

  • Circulaire renovatie en sloop: wat zit er in het bouwwerk en hoe kunnen we dit losmaken voor toekomstig hergebruik?
  • Matching vraag naar/aanbod van secundaire materialen: welke secundaire materialen en gebouwelementen kan ik inzetten in mijn ontwerpen? Of als juist de sloopfase actueel is: waar kan ik materialen en gebouwelementen kwijt? Het gaat hierbij om projectoverstijgende informatieuitwisseling.
  • Informatieoverdracht aan eigenaar of huurder: als een eigenaar een gebouw verkoopt of verhuurt kan hij met een paspoort alle informatie in één keer overdragen.
  • Inzicht in circulariteit ontwerp, veiligheid, gezondheid en toegepaste materialen: het materialenpaspoort maakt duidelijk welke materialen en gebouwelementen op welke manier een volgende toepassing kunnen vinden.
  • Stimulering ketensamenwerking: hoe circulair opereren de ketenpartners en kunnen andere oplossingen leiden tot meer circulariteit? Een materialenpaspoort is een potentiële hefboom en katalysator om circulair werken te stimuleren.
  • Circulair beheer en onderhoud: hoe beter je een gebouw en zijn installaties kent, hoe beter en meer circulair je het kan beheren en onderhouden. Beschikbaarheid èn toegankelijkheid van de informatie zijn daarvoor cruciaal.

5. Voorbeelden van materialenpaspoorten in de praktijk



- Bouwend Nederland liet bij 14 pilots in de GWW een materialenpaspoort opstellen en verzamelde de lessons learned.

6. Aandachtspunten en kennisvragen

Het denken over vorm, nut en noodzaak van een materialenpaspoort staat niet stil. Ook in relatie tot de vraag of een materialenpaspoort wettelijk verplicht moet worden (zie boven) zijn onder andere de volgende issues naar voren gekomen in de discussie:

  • Er zijn veel systemen waarin data over gebouwen worden bijgehouden, al dan niet om aan wettelijke verplichtingen te voldoen. Denk aan Kadaster, BAG, MPG, Dossier bevoegd gezag, Consumenten dossier en BIM. Hoe kunnen al deze systemen met elkaar gaan ‘praten’, zodat geen dubbel werk gedaan wordt?
  • Welke data of informatie zijn voor de gehele en/of per bouwketen (beton, staal, etc.) noodzakelijk om circulair te werken?
  • In hoeverre kunnen marktpartijen zelfstandig organiseren dat noodzakelijke data beschikbaar en deelbaar zijn?
  • Welke data moeten (wettelijk) verplicht worden opgeslagen? Hoe, waar en wie moet dit doen?
  • Hoe en door wie moeten de data en uitwisseling van data beheerd worden?

7. Wie zijn de belangrijkste spelers?

Dit dossier is voor het laatst bijgewerkt in april 2022.