- De MOOI-regeling stelt in totaal € 66,4 miljoen beschikbaar voor integrale innovatieve oplossingen voor de thema’s ‘Elektriciteit’, ‘Gebouwde omgeving’ en ‘Industrie’. Samenwerkingsverbanden ontwikkelen die oplossingen met oog voor technische, sociale en andere factoren die de kans op succesvolle toepassing vergroten. Voor alle oplossingen geldt dat de duurzaamheid, energiezuinigheid en invloed op de milieudruk van belang zijn. Hier speelt circulariteit een belangrijke rol in. Binnen de MOOI Industrie zijn gerichte innovatiethema’s op circulariteit benoemd, waaronder ‘Circulaire of biogrondstoffen voor bulk- en platformchemicaliën’ en ‘Circulaire plastics voor de verpakkingsindustrie’.
- Ondernemers die investeren in een innovatieve oplossing die CO2-reduceert kunnen gebruik maken van de DEI+ -regeling. De DEI+ biedt ruimte aan pilot- en demonstratieprojecten op een breed scala aan thema’s van energie-efficiëntie tot opwek uit hernieuwbare energiebronnen en van innovaties voor aardgasloze woningen, wijken en gebouwen tot oplossingen naar een circulaire economie.
Er is ook een gerichte module binnen de DEI+ geweest voor pilot- en demonstratieprojecten op het gebied van circulaire economie. Er is op dit moment nog geen volgende openstelling bekendgemaakt. In de ronde van 2020-2021 werden innovatieproject gestimuleerd op thema’s als ‘recycling van afval’, ‘hergebruik van producten of onderdelen’ en ‘biobased grondstoffen’.
- De Topsector Energiestudies Industrie-regeling biedt steun aan ondernemers die de haalbaarheid van een innovatief pilot- of demonstratieproject in de industrie onderzoeken, gericht op CO2-reductie. Circulaire innovaties komen ook in aanmerking, zoals onder de thema’s ‘Sluiting van industriële ketens’ en ‘CCUS’.
- De TSE Industrie-regeling ondersteunt samenwerkingsverbanden van ondernemers en onderzoekers die mogelijkheden voor goedkopere, klimaatneutrale en/of circulaire producten en diensten onderzoeken. Circulaire oplossingen kunnen in sterke mate van deze regeling gebruik maten. Zowel onder de programmalijn ‘Industrie algemeen’, waar de sluiting van industriële ketens onder valt. Als binnen de specifieke programmalijn ‘Circulaire Economie’. Een nieuwe openstelling in 2022 is nog niet aangekondigd.
- De subsidieregeling Versnelde klimaatinvesteringen in de industrie stimuleert investeringen in (bewezen) innovatieve technieken voor CO2-reductie in de industrie. Hier vallen ook circulaire technieken onder, zo lang als die een aantoonbare CO2-reductie realiseren en verder gaan dan de huidige gebruikelijke stand van de techniek. In 2021 was er € 88 miljoen aan budget beschikbaar, welke bijna geheel aangesproken is. Een nieuwe openstelling in 2022 is nog niet aangekondigd.
- De subsidie Circulaire Ketenprojecten is een aanvullende mogelijkheid die kleine en middelgrote samenwerkingsverbanden ondersteunt om circulaire projecten te realiseren. De subsidie Circulaire Ketenprojecten gaat 3 mei 2022 open voor aanvragen.
- De regelingen MIA\Vamil (Milieu-investeringsaftrek) en EIA (Energie-investeringsaftrek) zijn gericht op de marktintroductie van duurzame alternatieven bij bedrijven. In de Milieulijst en de Energielijst zijn extra mogelijkheden opgenomen voor circulair ondernemen.
Ten opzichte van vorig jaar zijn er in 2023 een aantal andere mogelijkheden om circulair te bouwen opgenomen. De optie om vijf materialen in het gebouw toe te passen met een categorie I kaart in de NMD is komen te vervallen. Deze optie leidde niet altijd tot gebouwen met een hoog circulair ambitieniveau.
Er worden in 2023 drie verschillende circulaire strategieën gestimuleerd. Nieuwe of gerenoveerde circulaire gebouwen of woningen komen mogelijk in aanmerking voor MIA als de tijdens het bouwproject toegepaste materialen op volumebasis ten minste bestaan uit:
a. 50% hernieuwbare grondstoffen, of
b. 25% hergebruikte bouwproducten, of
c. 25% demontabele en herbruikbare bouwproducten, waarbij de losmaakbaarheidsindex is berekend volgens het rapport ‘Circular Buildings - methodiek losmaakbaarheid 2.0’.
Er wordt voor de circulaire gebouwen ook een eis gesteld aan de hoogte van de MPG. De hoogte van de MPG van een utiliteitsgebouw zonder industriefunctie en die van een woning mag dit jaar ten hoogste €0,50 m2 bruto vloeroppervlakte per jaar zijn. De maximale hoogte van de MPG van een gebouw met industriefunctie is €0,30 m2 bruto vloeroppervlakte per jaar.
Om de kennis over circulair bouwen te verspreiden worden alle projecten die voor deze regeling aangemeld worden op het Podium Duurzame Gebouwen geplaatst. Hier zijn dus recente voorbeelden en inspiratie te vinden.
Concrete informatie over de eisen voor Circulaire utiliteitsgebouwen en woningen en hoe deze aangeleverd moeten worden bij RVO is te vinden in de Handreiking Circulaire Gebouwen op de Milieulijst.
Energie Investerings Aftrek (EIA)
De EIA geldt voor duidelijk omschreven investeringen (specifiek) én voor maatwerkinvesteringen (generiek) die een forse energiebesparing opleveren. Voor die investeringen kunt u 45,5% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst.
Omdat de MIA\Vamil en de EIA fiscale regelingen zijn moet de investeerder, om te kunnen profiteren, vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting plichtig zijn. (NB: veel non-profit instellingen, institutionele beleggers, gemeenten en bewoners kunnen alleen indirect gebruik kunnen maken van deze regelingen).
- De WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) is een fiscale regeling voor research en development (R&D). De WBSO ondersteunt ondernemers die productinnovaties ontwikkelen. De WBSO vergoedt een deel van de (loon)kosten en uitgaven van een R&D-project.
- De Groenregeling voorziet in voordelige projectfinanciering via één van de Nederlandse groenbanken. De overheid stimuleert met de Regeling groenprojecten groene investeringen in de nieuwste ontwikkelingen in milieutechnologie, circulaire economie en duurzame en innovatieve (bouw)projecten.
- De ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie) geeft een tegemoetkoming bij de aankoop van zonneboilers en warmtepompen. De regeling is voor zowel particulieren als zakelijke gebruikers.
- De SDE++ (Stimulering Duurzame Energieproductie) biedt subsidie voor bedrijven en (non-profit) instellingen die hernieuwbare energie produceren. Er zijn 5 categorieën: hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbare warmte, hernieuwbaar gas, CO2 arme warmte, Co2 arme productie.
- MIT (Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren). De MIT stimuleert innovatie bij het midden- en kleinbedrijf over regiogrenzen heen. Bovendien stimuleert de MIT dat projecten van het mkb beter aansluiten bij de innovatie-agenda’s van de Missie’s voor de toekomst. Er zijn verschillende instrumenten: kennisvouchers, en subsidies voor haalbaarheidsprojecten, samenwerkingsprojecten en voor TKI-netwerkactiviteiten en TKI-innovatiemakelaars.
- INTERREG, Europees subsidieprogramma voor regionale ontwikkeling in samenwerking met meerdere landen.
Wilt u Europa duurzamer en beter bestand tegen klimaatverandering maken? Of zoekt u samenwerkingspartners om een innovatie uit te gaan rollen? Interreg biedt u als ondernemer, onderzoeker en overheid de mogelijkheid om internationaal samen te werken aan duurzame projecten. Voor het indienen van een projectidee heeft u een consortium nodig met partners uit minimaal 3 landen. Ook is cofinanciering nodig.
Bij RVO kunt u terecht voor de Interreg-programma’s Noord-West Europa (NWE), Noordzee Regio (North Sea Region, NSR) en Interreg Europe.
- BOSA Verduurzaming gebouwen – Sportaccommodaties (ministerie van VWS)
De subsidieregeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) is bedoeld voor amateursportorganisaties. Deze organisaties kunnen subsidie aanvragen voor bouw- en onderhoudskosten van sportaccommodaties en aanschaf van sportmaterialen. Activiteiten gericht op energiebesparing, toegankelijkheid, circulariteit en klimaatadaptatie komen in aanmerking voor 10% aanvullende subsidie (30% totaal).
- Het NWO is een zelfstandig bestuursorgaan met wettelijke taken en bevoegdheden. Het NWO biedt een palet aan financiële instrumenten voor onderzoek en samenwerkingsprogramma’s.
KIEM-CE regeling richt zich op praktijkgericht onderzoek naar circulaire economie door nieuwe samenwerkingen: voor kennisinstellingen.
- Het BTIC (Bouw en Techniek Innovatie Centrum) is een samenwerking tussen overheden, technische universiteiten en hogescholen, en marktpartijen in de bouw- en technieksector. Het gaat om een klein bureau dat langjarige publiek-private onderzoeksprogramma’s gaat coördineren. Deze programma’s moeten de kennis en innovatie opleveren, waarmee de bouwsector grote maatschappelijke opgaven kan oplossen.
- De Nationale Milieudatabase is in het leven geroepen om een eenduidige berekening van de milieuprestatie van bouwwerken in de Nederlandse context te kunnen maken.
Subsidieregeling voor het invullen van de witte vlekken - Nationale Milieudatabase
De NMD bevat nu zo’n 3000 productkaarten en dat moet minstens verdrievoudigd worden. Een goed gevulde database is niet alleen van belang voor een goede werking van het stelsel van milieuprestatie, maar het helpt ook om onze klimaatdoelstellingen te verwezenlijken en om Nederland in 2050 circulair te maken. Stichting NMD start in 2022 het ‘Witte Vlekkenproject’. Hoofddoel van het project is het vergroten van het aantal productkaarten in de Nationale Milieudatabase. Het gaat om categorie 1 en 2 kaarten van productgroepen die nu nog ondervertegenwoordigd zijn en die van belang zijn om een MPG- of MKI-berekening te kunnen maken die zoveel mogelijk recht doet aan het uiteindelijke bouwwerk.
- De Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE)
Voor gemeenten en provincies kan een uitkering aangevraagd worden voor de uitvoering van klimaat- en energiebeleid. Dit kan via de Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE), voor de jaren 2023, 2024 en 2025.
Voor gemeenten en provincies zijn er veel taken op het gebied van klimaat- en energiebeleid. Met de regeling CDOKE kunnen onder andere medewerkers aangenomen en/of externe deskundigen ingehuurd worden. Dit kan voor meerdere jaren. Zo kunnen gemeenten en provincies de interne organisatie versterken voor het uitvoeren van de klimaat- en energietaken.
De uitkering wordt gebruikt voor de loonkosten die gemaakt worden in een van de volgende sectoren, voor het uitvoeren van het klimaat- en energiebeleid:
Voor de aanvraag dienen enkele gegevens aangeleverd te worden. Uiterlijk in mei 2023 krijgt de gemeente of provincie bericht over de toekenning van de uitkering. In geval van toekenning, moet elk jaar de besteding van het uitkeringsgeld worden verantwoord.
Voor meer informatie over de Tijdelijke regeling, de precieze voorwaarden en aanmelden: CDOKE