Potentie biobased materialen in bouw groot
21 april 2020‘Mindshift: we moeten niet alles van ver halen’
29 april 2020‘De asfaltindustrie heeft de overheid nodig om te veranderen’
'De asfaltindustrie heeft de overheid nodig om te veranderen'
Als het aankomt op het terugdringen van CO2-emissie, is BAM Infra Asfalt koploper in haar sector. Het bedrijf heeft er verschillende projecten voor en helpt zo de klimaatdoelstellingen te behalen die de Rijksoverheid heeft opgesteld. Eén voorbeeld is het BEAMER-project, waarvoor BAM subsidie kreeg van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). ‘Duurzaam asfalt produceren is de toekomst. Dus zetten we vol in op de ontwikkeling daarvan.’
Van oud asfalt weer nieuw asfalt maken – op een veel lagere temperatuur dan gangbaar is in de asfaltproductie. Daar draait het om in het BAM Energie-efficiënte Asfalt en Mastiek Recycling (BEAMER)-project. ‘En dat past goed bij onze duurzaamheidsvisie’, vertelt Ernst Demmink, technisch innovatiemanager bij BAM Infra, de infrastructurele tak van de Koninklijke BAM Groep. ‘Het BEAMER-project helpt onze CO2-emissie enorm terug te dringen.’
Beoogde verandering
‘Wij bieden als BAM Infra vernieuwende en duurzame oplossingen voor de wegenbouw’, zegt Demmink. ‘Asfaltproductie is maar een klein onderdeel van de BAM Groep. Toch zijn we verantwoordelijk voor zo’n 15 procent van de CO2-emissie van het totale BAM bedrijf. Dat is minder gek dan het misschien klinkt: de asfaltindustrie is erg energie-intensief en stoot daarbij veel CO2 uit. Maar hoe verklaarbaar ook, het is wel iets wat we willen veranderen.’
BAM Infra heeft hiervoor meerdere innovatieve projecten ontwikkeld. Bijvoorbeeld het Laag Energie AsfaltBeton (LEAB)-project, waarin het zijn asfalt op lage temperatuur produceert. Maar ook het Low Emission Asphalt Pavement (LE2AP)-project, waarin het zijn asfalt met minder energie en vrijkomende uitstootgassen maakt. Het BEAMER-project, waarvoor BAM Infra de subsidie Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) ontving, bouwt verder op het succes van deze projecten. De focus ligt daarbij op recycling, energiebesparing en CO2-reductie.
Lager energieverbruik
In het BEAMER-project maakt BAM Infra op lage temperatuur asfalt dat grotendeels bestaat uit hergebruikte grondstoffen. Met dit nieuwe productieproces bespaart het bedrijf 35 tot 50 procent op zijn energieverbruik en CO2-emissie. Demmink: ‘Asfalt maak je van steentjes, zand en speciale lijm. Dat verwarmen we en dat kost veel energie. Waar “normaal” asfalt wordt gemaakt op een temperatuur van 170°C, doen we dat in het BEAMER-project zo’n 70° lager – op 100°C. Dit “lage-temperatuur-asfalt” verbruikt daardoor veel minder energie en veroorzaakt dus minder CO2-uitstoot. Daarnaast maken we het nieuwe asfalt voor 95 procent van oud asfalt. Dat is een flink percentage; bij regulier asfalt ligt hergebruik van oud asfalt op 38 procent.’
De grote potentiële afname in de CO2-emissie bij deze nieuwe aanpak, is voor BAM Infra een reden om snel te beginnen met de BEAMER. ‘We beginnen in 2021 met de bouw van een prototype BEAMER-installatie. Daarna volgt een testperiode van twee jaar. Het asfalt moet vervolgens een paar jaar liggen, voordat we de échte resultaten van het asfalt kunnen beoordelen. Bij succes schalen we het project op en kunnen we het systeem implementeren bij grootschalige asfaltprojecten.’
Noodzakelijke ontwikkeling
BAM Infra verbruikt doorgaans zo’n 13 miljoen kuub gas per jaar. Met het BEAMER-project komt daar een eind aan. Demmink: ‘We moeten ‘van het gas af’. Daarom drijven we onze nieuwe machines straks aan met waterstof. Groene stroom was geen optie: het energienet kan dat op deze schaal niet aan. En andere vormen van energie dragen niet bij aan de CO2-reductie.’ In het BEAMER-project zet BAM Infra de eerste stap naar het verwarmen met waterstof. ‘Dit is de toekomst. Dit móéten we gewoon ontwikkelen.’
Demmink onderkent dat het heruitvinden van processen in zijn sector niet gemakkelijk is: ‘Van de overheid krijgen we de opdracht om meer circulair te zijn. Maar vooral bij het verhitten van oud asfalt komen weer gassen vrij. Die kunnen we niet zomaar laten vliegen. In het BEAMER-project introduceren we daarvoor een naverbrander met extra emissie-reductietechniek. Dat is ook weer een flinke investering. De geschatte kosten van het project liggen nu rond de 3,5 miljoen euro. Gelukkig krijgen we ruim 700.000 euro aan DEI+-subsidie van RVO.nl. En we kijken ook of er nog andere subsidies mogelijk zijn. Het bureau AC-adviseurs helpt ons hierbij; zij hebben op dat vlak expertise die wij niet hebben.’
Conservatieve industrie
De Nederlandse asfaltproductie ligt op zo’n 8,5 miljoen ton asfalt per jaar. BAM Infra maakt daarvan ongeveer 1,5 miljoen ton. ‘Met 16 kilo CO2-emissie per ton asfalt valt er veel koolstofdioxide te reduceren,’ stelt Demmink. ‘De asfaltindustrie is een erg conservatieve industrie. Bij BAM bestaat bijvoorbeeld al tien jaar de mogelijkheid om kwalitatief hoogwaardige lage-temperatuur-asfalt te maken. Toch wordt in Nederland minder dan één procent van het nieuwe asfalt op deze manier gemaakt. Dat moet veel hoger. De asfaltindustrie kan zo een enorme bijdrage leveren aan het behalen van de klimaatdoelstelling van haar opdrachtgevers. En met dit asfalt, kan dat vrij makkelijk. Het is niet duurder en kwalitatief minstens even goed, dus waarom zouden we het niet met z’n allen doen? Zo behalen we de klimaatdoelstellingen als industrie ook een stuk sneller.’
Naderende deadline
Wat BAM Infra betreft mag de overheid daar meer druk op leggen. Demmink: ‘Er gebeurt al wel een boel. Zo zijn er steeds meer overheidssubsidies voor innovaties als de onze. Bij RVO.nl zitten bovendien veel mensen met een achtergrond in het bedrijfsleven en kennis van zaken; die denken graag mee over vernieuwing en verduurzaming voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.’ Als technisch innovatie manager ziet Demmink dat de klimaatdoelstellingen projectoverstijgend zijn, maar het aanbestedingsbeleid van de overheid is dat vaak niet. ‘De opschaling van innovaties vraagt om meer dan subsidies alleen. Nu zit er bijvoorbeeld nog een bottleneck in het aanbestedingsbeleid waarbij innovatieve technieken als de onze niet genoeg concurrentie hebben om opgenomen te kunnen worden in de aanvraag.’ Daarnaast vindt Demmink de focus van die aanbestedingen nog te veel op prijs liggen. ‘Niet, bijvoorbeeld, op het feit dat wij met ons circulaire BEAMER-project flink kunnen besparen op de CO2-uitstoot.’
‘De transitie waar we als Nederland in zitten, gaat ons allemaal aan’, vertelt Demmink. En met nog tien jaar tot 2030, ziet hij de deadline dichterbij komen. ‘De tijd van praten is nu wel voorbij’, stelt hij. ‘Met steun van RVO.nl en haar subsidies worden we al veel geholpen. Het is nu tijd dat er écht stappen worden gezet.’
Subsidies voor CO2-reductie
In 2050 moet Nederland 95 procent minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990. In 2030 moet er al een afname van 49 procent zijn. Dat staat in de klimaatdoelstellingen. Op basis van deze doelen stelt de overheid eisen aan industriële bedrijven. Ze ondersteunt hen bij het voldoen aan die eisen – met kennis, netwerken en subsidies.
Nieuwe subsidies
Via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) biedt de overheid diverse nieuwe subsidies aan. Uniek en eenmalig zijn de subsidies Demonstratie Energie- en Klimaatinvestering (DEI+): Circulaire Economie en de Versnelde Klimaatinvestering Industrie (VeKI). Deze subsidieregelingen dragen bij aan het versneld behalen van de CO2-reductie doelstellingen van 2030. In 2020 opent daarnaast een heel nieuw soort regeling die innovatieve integrale oplossingen voor de industrie ondersteunt: de regeling Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI).
Interesse?
RVO.nl helpt je verder. Via haar subsidie- en financieringswijzer kom je direct te weten voor welke subsidie voor CO2-reductie jouw organisatie in aanmerking komt. Je ziet daar ook hoe je gebruik kunt maken van de kennis en het netwerk van RVO.nl.