Kompas Circulaire Gebiedsontwikkeling maakt gemeenten wegwijs in circulair bouwen
26 januari 2023Transitieteamlid Paul Terwisscha van Scheltinga uitgeroepen tot Circular Hero 2023
6 februari 2023Een nieuwe bouwcultuur: maatregelen doorgerekend op reductie van milieu-impact
Een nieuwe bouwcultuur: maatregelen doorgerekend op reductie van milieu-impact
Hoe kunnen we bouwen met zo min mogelijk negatieve gevolgen, hier en daar, nu en later? Hoe kunnen we bouwen met een lage milieu-impact en met minimale CO2-emissies? Dat is de kernvraag van het nieuwe rapport Carbon Based design – steps to zero. Het onderzoek kwantificeert het ongebruikte potentieel voor de reductie van milieu-impact in woongebouwen. Doel is om de emissies zoveel mogelijk te verminderen of zelfs richting nul te brengen.
De transitie naar een volledig circulaire bouweconomie in 2050 betekent dat de impact van de bouw op het milieu wordt verminderd, klimaatverandering wordt tegengegaan en de grondstoffenschaarste aangepakt. Op de korte termijn helpt het de sector om alvast voor te sorteren op de beleidsvoornemens van Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge voor de gebouwde omgeving. In de kamerbrief van 23 december 2022 maakte De Jonge zijn beleidsvoornemens op drie hoofdpunten bekend:
- Aanscherpen en verbreden van de milieuprestatie-eis voor nieuwe gebouwen en verbreding van de eis naar verbouw;
- Introduceren van normering CO₂-emissies van het materiaalgebruik in gebouwen;
- Stimuleren van bouwen met biobased grondstoffen.
Het onderzoek geeft inzicht in de orde van grootte van de milieu-impact van 20 maatregelen en schetst wat nodig is om naar een nul-impact of positieve-impact op het milieu te komen. Het is duidelijk dat meerdere maatregelen gelijktijdig nodig zijn om de milieu-impact van een woongebouw drastisch te verlagen.
De maatregelen zijn theoretisch toegepast op vier verschillende woongebouwen. Enerzijds is de berekening gebaseerd op de MPG, die de totale milieu-impact van een gebouw over zijn hele levenscyclus in kaart brengt. Anderzijds is de berekening ook vertaald naar de uitstoot van CO₂-equivalenten en getoetst aan de Paris Proof-methodiek zoals opgesteld door de Dutch Green Building Council en NIBE.
De belangrijkste bevindingen zijn:
- In de huidige methodiek zal bouwen een negatieve impact veroorzaken. Pas als we CO₂- opslag in overweging nemen, kunnen we misschien op nul of een positieve impact uitkomen. Wanneer de vastgelegde CO₂-opslag in de Paris Proof-score wordt meegerekend leidt dit bij een aantal casussen tot een positieve impact op klimaatverandering.
- Er zijn verschillen in het besparingspotentieel op de MPG en Paris Proof-score. Dit komt omdat de MPG methodiek de hele levenscyclus van het gebouw in beschouwing neemt en weging geeft aan 11 indicatoren. De Paris Proof methodiek maakt het effect op klimaatverandering op de korte termijn inzichtelijk.
- De energievoorziening van een gebouw speelt ook bij de bepaling van de milieu-impact een grote rol. Zo kan het zijn dat door externe levering met (bijna) volledig duurzame energie minder PV-panelen nodig zijn om aan de BENG-eisen te voldoen. Een integrale afweging op energie- en milieuprestatie is noodzakelijk.
Het onderzoek is opgezet op initiatief van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie en uitgevoerd door onderzoeksbureau CityFoerster.
Uit het voorwoord van Carbon Based design - steps to zero:
Verhalen over geslaagde cases doen verlangen naar verandering. Bij die verhalen en voorbeelden horen feiten en cijfers. Als we kunnen berekenen en laten zien dat biobased bouwen resultaat oplevert, dan zal dat verlangen naar verandering overgaan in handelen. Daarom ben ik heel enthousiast over dit onderzoek. Het legt een grondig fundament onder onze visie op bouwen zonder emissies en daarmee draagt het bij aan de broodnodige nieuwe bouwcultuur. Want we moeten toe naar een bouwcultuur die niet alleen draait om aantallen woningen of winsten, maar ook om een duurzame, gezonde, natuurinclusieve leefomgeving, voor iedereen. Nu en in de toekomst!
Francesco Veenstra, Rijksbouwmeester