Hoe kun je staal het beste duurzaam conserveren?

Door het staal in onze infrastructuur te conserveren, kan het tot wel honderd jaar meegaan. Dit kan op verschillende manieren, waarbij de ene techniek duurzamer is dan de andere. Hoe kies je voor de meest duurzame optie, die ook nog eens het beste past bij het kunstwerk? Hier helpt de handreiking Duurzaamheid Staalconservering van Rijkswaterstaat (RWS) bij, die gebruikt kan worden bij zowel nieuwbouw- als onderhoudswerkzaamheden.


Categorie: Achtergrond
Door: redactie, 9 oktober 2024

Dit artikel verscheen eerder op Binnenlands Bestuur. 
Door het staal in onze infrastructuur te conserveren, kan het tot wel honderd jaar meegaan. Dit kan op verschillende manieren, waarbij de ene techniek duurzamer is dan de andere. Hoe kies je voor de meest duurzame optie, die ook nog eens het beste past bij het kunstwerk? Hier helpt de handreiking Duurzaamheid Staalconservering van Rijkswaterstaat (RWS) bij, die gebruikt kan worden bij zowel nieuwbouw- als onderhoudswerkzaamheden. Carolien Nieuwland, adviseur conservering bij RWS, vertelt hoe je de handreiking kunt gebruiken: ‘Is de kleur rood, dan moet je het eigenlijk niet doen.’

Er zijn verschillende technieken die je kunt toepassen om staal te conserveren. Zo kun je het staal verdikken met extra staal dat eraf mag roesten. Je kunt het staal ook verven, verzinken of er kathodische bescherming op toepassen. Al deze methoden hebben een eigen levensduur en vragen om onderhoud. Carolien: ‘Als je bijvoorbeeld een verfsysteem op een nieuwe brug aanbrengt, zul je daar regelmatig onderhoud aan moeten plegen; zowel klein onderhoud, door een beetje bij te plekken, als groot onderhoud, door de laag helemaal opnieuw aan te brengen. Bij het overwegen van de milieukosten die hiermee zijn gemoeid, kun je de handreiking Duurzaamheid Staalconservering raadplegen.’

Kleurcodes

De handreiking licht de verschillende conserveringstechnieken kort toe en vat in overzichtelijke tabellen de milieubelasting van de technieken samen; zowel voor objecten die op het land staan, zoals bruggen en portalen, als constructies die in water staan, zoals sluisdeuren of remmingwerken, waterkeringen en damwanden. Carolien: ‘Bij elke techniek wordt de mate van duurzaamheid - de milieubelasting - gekwantificeerd aan de hand van de levenscyclusanalyse (LCA) en de milieukostenindicator (MKI) per vierkante meter per jaar.’

Drie kleurcodes vertellen snel en eenvoudig hoe duurzaam een maatregel is. Carolien: ‘Bij een verfsysteem op een atmosferische constructie staat bijvoorbeeld een groen blokje. Dit betekent dat het een duurzame keuze is. Is het blokje geel, dan is de keuze minder duurzaam. Is de kleur rood, dan moet je eigenlijk niet voor de betreffende conserveringstechniek kiezen.’

Milieubelasting zelf berekenen

De handleiding legt ook uit hoe je zelf een berekening kunt maken van de totale milieubelasting die een conserveringstechniek heeft. Carolien: ‘Heb je de MKI berekend voor de aanleg van een brug, dan kun je daarna aan de slag met de levensduur. Als een verfsysteem bijvoorbeeld ongeveer vijftien jaar oud is, dan ga je daarna bijplekken. Dit brengt de nodige kosten, materialen en uitstoot met zich mee. Je moet immers stellingen bouwen om overal bij te kunnen komen. Bovendien moeten vrachtauto’s heen en weer rijden voor het op- en afbouwen van de steigers. Na vijftien jaar moet je dan de hele brug overschilderen. Daar moet je grondstoffen voor gaan winnen en mengen. Het staal moet worden ontroest en de verf moet worden aangebracht; stuk voor stuk handelingen die je moet meenemen in de MKI.’

Als je de milieukosten voor al deze handelingen bij elkaar optelt, kom je uit op de milieubelasting van een specifieke conserveringsmethode. De handreiking geeft dus een richtlijn hoe belastend een conserveringstechniek is voor het milieu. Natuurlijk is de uiteindelijke keuze voor het type staalconservering niet afhankelijk van duurzaamheid alleen. Daarom is in de handreiking ook rekening gehouden met constructies die gevoelig zijn voor metaalmoeheid. Daarnaast is het belangrijk om bij de keuze voor een conserveringstechniek ook rekening te houden met de vormgeving, de toepassing, en met de vraag hoe snel het conserveringssysteem degradeert (waarbij het systeem zelf begint af te breken of minder effectief wordt).

Duidelijke toelichting verschillende conserveringstechnieken

Ad van Vugt, specialist kunstwerken en constructies bij de gemeente ’s-Hertogenbosch, past de handreiking Duurzaamheid Staalconservering nog niet toe, maar heeft het document al wel kunnen bestuderen. ‘In de handreiking worden de verschillende conserveringstechnieken duidelijk beschreven. Denk daarbij aan het aanbrengen van verflagen op een stalen ondergrond (natlak), het aanbrengen van metalen deklagen, een combinatiesysteem van twee conserveringstechnieken (duplexsysteem) of kathodische bescherming ter voorkoming van corrosie onder water.’

‘In de handreiking staan twee keuzematrices’, vervolgt Ad. ‘Eén voor atmosferische constructies (boven de waterlijn) en één voor immersie constructies (onder de waterlijn). Deze matrices geven per conserveringstechniek duidelijk aan wat bij een bepaalde levensduur de berekende milieubelasting per euro per vierkante meter per jaar is.’

Aanbestedingen

Ook bij aanbestedingen kan de handreiking Duurzaamheid Staalconservering toegevoegde waarde bieden, denkt Ad. ‘Als wij opdrachten in de markt zetten, geven we standaard de Rijkswaterstaat Technische Documenten (RTD) 1029 en 1032 mee. Deze documenten stellen technische eisen aan respectievelijk kathodische bescherming voor waterbouwkundige staalconstructies en aan staalconserveren. Als aanvulling op deze technische eisen kun je bij een uitvraag de handreiking meesturen en de inschrijver verzoeken een plan in te dienen waarin staat hoe hij de constructie zo duurzaam mogelijk denkt te gaan conserveren. De inschrijver kan dan gemakkelijk bekijken welke keuzes hij moet maken om zo duurzaam mogelijk te werken.’

Al met al vindt Ad de handreiking een vooruitgang. ‘De gemeente ’s-Hertogenbosch is volop met circulariteit en duurzaamheid bezig. Maar voorheen hadden we eigenlijk vrijwel geen inzicht in de milieubelasting van een conserveringstechniek. Ik verwacht dat deze handreiking daar echt verandering in gaat brengen en ons gaat helpen bij onze keuze voor duurzame conserveringssystemen die het beste bij de kunstwerken passen.’

Gebruik de handreiking!

Binnen Rijkswaterstaat wordt het document al regelmatig gebruikt. Carolien moedigt gemeenten, provincies en waterschappen in het hele land aan om ook met de handreiking te gaan werken. ‘Het helpt enorm bij het kiezen voor de meest duurzame oplossing.’

Download de handreiking hieronder. ⬇️

9 oktober 2024

Hoe kun je staal het beste duurzaam conserveren?

Door het staal in onze infrastructuur te conserveren, kan het tot wel honderd jaar meegaan. Hoe kies je voor de meest duurzame optie, die ook nog eens het beste past bij het kunstwerk? Hier helpt de handreiking Duurzaamheid Staalconservering van Rijkswaterstaat.
2 oktober 2024

Vernieuwd Transitieteam van start

Het Transitieteam Circulaire Bouweconomie is in een nieuwe samenstelling begonnen aan de opschaling van de initiatieven voor circulair bouwen. Daarmee bouwt het voort op de resultaten van het vorige Transitieteam dat de basis voor de circulaire bouweconomie heeft helpen leggen.
1 oktober 2024

Versnellingsadvies circulaire bouweconomie aangeboden aan kabinet

Vincent Gruis heeft als voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie het versnellingsadvies over de doorontwikkeling van de circulaire bouweconomie aangeboden aan het kabinet.
30 september 2024

Buildsight ontwikkelt de Nationale monitor biobased bouwen

Marktonderzoeksbureau Buildsight ontwikkelt een monitor om de toepassing van biobased producten in de bouw te meten. In 2030 moet 30% van het materiaalgebruik in de bouw biobased zijn. Dat doel is vastgelegd in de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB).
17 september 2024

Building Balance en Cirkelstad bundelen krachten voor versnelling naar een circulaire bouwsector

Building Balance en Cirkelstad gaan samenwerken. Beide organisaties hebben als doel de bouwsector te transformeren naar een circulaire keten met minder afval, een lagere klimaatimpact en gebruik van natuurlijke grondstoffen. Door hun expertise en krachten te bundelen, zetten ze een belangrijke stap richting een duurzame en toekomstbestendige bouwsector.
4 september 2024

Subsidieprogramma Ukraine Partnership Facility (UPF) open vanaf 30 oktober

Ondernemers en maatschappelijke organisaties die samen met een Oekraïense organisatie werken aan wederopbouw in Oekraïne, kunnen een beroep doen op het subsidieprogramma Ukraine Partnership Facility.
23 augustus 2024

Ruimtelijke kaders gemeentes niet klaar voor biobased bouwen

Zitten de huidige ruimtelijke kaders het opschalen van biobased bouwen in de weg? Gemeentes Amsterdam, Enschede en Zwolle liepen al tegen de nodige obstakels aan. In drie interviews blikken de gemeentes terug en vooruit. Met de nodige tips en handvatten als resultaat.