Oproep van de voorzitters van de transitieteams aan informateur Plasterk
11 januari 2024Meten is weten: positieve impact van meetinstrumenten op de bouw
6 februari 2024‘Utiliteitsbouw binnen planetaire grenzen’ – rapport over versnelde verduurzaming van de bouwmaterialenindustrie
Utiliteitsbouw cruciaal voor klimaatdoelen, versnelling nodig voor grotere impact
De bouw- en vastgoedsector is een sector met grote impact, waar de spanningen tussen grote maatschappelijke opgaven voelbaar zijn. Op dit moment ligt de nadruk op de woningbouwopgave, maar de utiliteitsbouw staat voor minstens net zo grote uitdagingen.
Nederland telt meer dan een miljoen utiliteitsgebouwen, met een gezamenlijk bruto vloeroppervlakte van ongeveer 570 miljoen vierkante meter. De komende jaren komt daar naar verwachting bijna 55 miljoen vierkante meter nieuwbouw bij en wordt 90 miljoen vierkante meter gerenoveerd. Tegelijkertijd staat Nederland voor grote duurzaamheidsopgaven. Om de afspraken uit het Parijsakkoord na te komen, moet Nederland de CO2-uitstoot halveren in 2030. De Rijksoverheid wil daarnaast het gebruik van primaire grondstoffen in 2030 met 50% verminderen, met als uiteindelijk doel om in 2050 een circulaire economie te bereiken.
De utiliteitsbouwopgave leidt tot een aanzienlijke CO2-uitstoot, milieu- impact en materiaalvraag. Hierdoor ontstaat de vraag of én hoe de utiliteitsbouwopgave plaats kan vinden binnen de ecologische grenzen van de planeet. Om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C is er een maximale hoeveelheid CO2 die wereldwijd nog mag worden uitgestoten: ons CO2-budget. Met onze huidige manier van bouwen (business-as-usual) wordt het ‘CO2-budget voor de Nederlandse utiliteitsbouw’ in 2026 overschreden. Wanneer wij een bijdrage van de bouwsector aan verdere opwarming tot 1,7°C accepteren, is het budget van utiliteitsbouw in 2029 verbruikt: dit levert dus slechts enkele jaren extra uitstootruimte op.
Rapport Utiliteitsbouw binnen planetaire grenzen
Het rapport, opgesteld door Alba Concepts, Copper8, Metabolic en NIBE en in opdracht van het RVO, het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, Rijksvastgoedbedrijf en gemeente Amsterdam, biedt concrete inzichten ten aanzien van drie cruciale strategieën. Deze strategieën hebben alle drie als doel om CO2-uitstoot, milieu-impact en materiaalgebruik te verminderen: hoogwaardig hergebruik, biobased bouwen en een versnelde verduurzaming van de bouwmaterialenindustrie.
Uit de bevindingen blijkt dat het samenbrengen van de drie strategieën leidt tot een ‘veranderscenario’ die de CO2-uitstoot tot en met 2030 reduceert met 13,8% ten opzichte van business-as-usual. De grootste winst komt voort uit de versnelde verduurzaming van de bouwmaterialenindustrie (12,6%), terwijl de groei in de toepassing van biobased en hoogwaardig strategieën nog te langzaam gaat. Een snellere implementatie van biobased bouwen en hoogwaardig hergebruik in de utiliteitsbouw biedt aanzienlijk meer ruimte in het CO2-budget. In het jaar 2030, is de winst ten opzichte van business-as-usual namelijk een stuk groter: 35,8% (CO2-uitstoot). Tegelijkertijd laat het rapport zien dat de meerinvestering van dit veranderscenario beperkt is met 0,6% t.o.v. business-as-usual.
Dringende noodzaak voor actie
Zelfs met alle circulaire strategieën die bijdragen aan het verminderen CO2-uitstoot, milieu-impact en van materiaalverbruik schieten wij te kort om onze klimaat- en circulaire economie doelen te halen. Hoewel het samenvoegen van deze strategieën het CO2-budget van de utiliteitsbouw verlengt van 2029 naar 2031 (voor 1,7 °C), is meer actie nodig om onze ambities te bereiken. Dit vraagt om een collectieve inspanning van alle spelers in de bouw- en vastgoedsector om hergebruik van producten en de inzet van biobased materialen te versnellen. Tegelijkertijd vereist dit ook een kritische blik op onze bouwpraktijken. Om binnen ons CO2-budget te blijven, is een drastische optimalisatie van de utiliteitsbouw noodzakelijk.
Het rapport kun je hier downloaden.
Bron: Alba Concepts