Menno Rubbens: ‘Gebouwen die slimmer in elkaar zitten, zullen beter renderen’
26 september 2019Minister Ollongren voert uniforme meetmethode circulair bouwen in
14 oktober 2019‘Circulariteit zit in de genen van de waterschappen’.
'Circulariteit zit in de genen van de waterschappen'
Met een gezamenlijk investering van twee miljard euro per jaar in grond- weg- en waterbouw behoren de waterschappen naast Rijkswaterstaat tot de grootste investeerders van Nederland. Het dijkversterkingsprogramma telt op tot ruim zeven miljard euro. Dat is een hoop zand, aarde en andere grondstoffen. Duurzaamheidsmanager Meinke Schouten en bestuurslid Toine Poppelaars van de Unie van Waterschappen tonen de circulaire ambities van hun sector.
In de Unie van Waterschappen zijn alle 21 waterschappen van Nederland verenigd. De unie behartigt de belangen en faciliteert gezamenlijke initiatieven, bijvoorbeeld op het gebied van circulariteit. ‘Duurzaamheid moet een belangrijk onderdeel worden van al onze kerntaken,’ zegt Toine Poppelaars. ‘Dus bij waterveiligheidsprojecten, maar ook bij de waterzuivering. Circulariteit is daarvan een onderdeel.’ Bij dijkversterking kijken de waterschappen nadrukkelijk naar duurzaamheidsprincipes als CO2-reductie en circulariteit. ‘De versterking van de Grebbedijk proberen we 100% circulair te doen,’ vertelt Schouten. ‘Ook bij de versterking in Hansweert speelt duurzaamheid een grote rol.’
Zuivere materialen
Een dijklichaam lijkt op het eerste gezicht als aarden wal met basaltblokken langs de waterkant volledig herbruikbaar, maar dat klopt niet. Basalt wordt niet meer gebruikt, vertelt Poppelaars. Moderne betonblokken worden slim vormgegeven voor het beperken van de CO2-uitstoot bij productie. ‘Dat zijn goede alternatieven. Ook voor textiel dat onder de steenbekleding wordt aangebracht wordt naar alternatieven gekeken. Dat zijn geen asfaltdoeken meer, maar geotextielen van natuurlijke materialen.’
De materiaalkeuze bij dijken is niet vanzelfsprekend. ‘De bedoeling van een dijk is dat deze er voor een lange tijd ligt,’ zegt Schouten. ‘Vanuit de herbruikbaarheidsgedachte kun je afvragen wat wijsheid is. Ga je modulair bouwen dan weet je niet of je daar over honderd jaar weer iets mee kunt. Je zou liever materialen zo zuiver mogelijk willen toepassen. Dat ze goed te scheiden zijn, voor hergebruik.’ Dat laat zich goed combineren met het gebruik van materiaal uit de directe omgeving, zoals klei en zand. ‘Bij circulaire dijkversterking is gebiedseigen grond een belangrijke pijler.’
Energie en grondstoffenfabriek
Circulaire activiteiten zitten ‘in de genen’ van de waterschappen omdat ze van oudsher bezig zijn met rioolwaterzuivering. Afvalwater wordt behandeld en is na zuivering geschikt als grondstof voor de drinkwatervoorziening. ‘De waterschappen hebben jaren geleden al ontdekt dat je met de afvalwaterzuivering energie kunt opwekken,’ zegt Schouten. Met het vergisten van het zuiveringsslib wordt biogas opgewekt. Het biogas kan gebruikt worden voor het opwekken van elektriciteit en kan na opwerken tot aardgaskwaliteit, ingebracht worden in het gasnet. ‘Omdat men al vrij snel ontdekte hoeveel energie dit kon opleveren en wellicht meer dan de eigen behoefte, is de doelstelling geformuleerd om in 2025 energieneutraal te zijn.’
Naast energie en schoon water produceert een zuiveringsinstallatie ook grondstoffen, zoals cellulose, fosfaten, bioplastics of het biopolymeer Kaumera. In samenwerking met elkaar vormen de waterschappen dus naast een energiefabriek ook een grondstoffenfabriek.
Nederland telt zo’n 350 rioolwaterzuiveringen. Het is niet efficiënt deze allemaal in te richten als ‘energiefabriek’. Schouten: ‘De waterschappen bepalen welke zuivering ze aanwijzen om energie op te wekken en halen daar dan het slib van omliggende zuiveringen naar toe. Maar in het kader van het Klimaatakkoord en de situatie in Groningen vindt er wel een heroverweging plaats. Op locaties waar de omgeving moeilijk van het gas af kan zou je kunnen inzetten op biogasproductie. Dat is een keuze; want daar waar je meer biogas produceert, kun je weer minder bioplastics maken.’
Duurzaamheid moet een belangrijk onderdeel worden van al onze kerntaken
100% circulair in 2050
De waterschappen willen snel resultaten boeken met hun circulaire plannen. Het doel is volledig circulair zijn in 2050. Tussendoel is 50% minder primaire grondstoffen te gebruiken in 2030. Daarvoor wordt per 2023 bij een uitvraag 100% circulair nagestreefd. Per 2030 geldt 100% circulair bij aanbesteding. Met de ontwikkeling van de grondstoffenanalyse en grondstofstroomkaarten wordt daar een begin mee gemaakt.
‘We ontwikkelen parallelle sporen,’ zegt Poppelaars. ‘Je probeert nieuwe producten te ontwikkelen en relaties te leggen met het bedrijfsleven en met kennisinstellingen.’ Schouten vult dat aan: ‘Waterschappen hebben al vrij snel de neiging om elkaar op te zoeken. Kijk naar de energie en grondstoffenfabriek. Als Unie proberen we verbindingen te leggen, ook richting Den Haag.’ Resten in het rioolslib bijvoorbeeld worden bestempeld als afval en mogen dus niet hergebruikt worden. Poppelaars: ‘Na overleg met de staatssecretaris wordt nu bekeken of voor een aantal stoffen het label afval er niet af kan, zodat we die stoffen toch nuttig kunnen herbestemmen, in plaats van ze te storten of te verbranden.’ Zoiets geldt ook voor het probleem van de dubbele energiebelasting bij opwekking en levering aan het net. Ook daar mag Den Haag iets aan doen.
De hoge ambities vereisen een voortvarende aanpak. ‘De kracht is dat we sterk zijn in de regio’, zegt Schouten. ‘Ook dat we een decentrale overheid zijn met een bestuur dat eigen prioriteiten kan stellen en dat we democratisch zijn en dat zorgt ervoor dat ieder waterschap zijn eigen tempo kan bepalen. Iedereen zet stappen en tot nu toe hebben we als sector bewezen dat als we wat beloven met elkaar, dat we dat ook dankzij onze samenwerking met elkaar gaan halen.’