‘Circulair bouwen moet het ‘nieuwe normaal’ worden, maar dat is het nog lang niet’
4 april 2019‘Verduurzaming gaat sneller als materialenindustrie eerder en als echte partner wordt betrokken in het bouwproces’
10 april 2019‘Een 100% procent circulaire bouweconomie gaat er komen, de enige vraag is: hoe snel?’
‘Een 100% procent circulaire bouweconomie gaat er komen, de enige vraag is: hoe snel?’
Binnen de Taskforce Bouwagenda hield hoogleraar Elphi Nelissen zich al intensief bezig met het thema ‘Circulaire Bouweconomie’ en dus was het een kleine stap naar het Transitieteam Circulaire Bouweconomie. Ook als voorzitter van de begeleidingscommissie leidt ze de vergaderingen, houdt ze de grote lijnen in de gaten en heeft ze naar de buitenwereld toe vooral ook een enthousiasmerende en aanjagende functie. Daarbij geeft de hoogleraar Building Sustainability aan de TU Eindhoven een nieuwe dimensie aan het begrip ‘bevlogen’.
Blijvende energiebronnen. Dat was de naam van het vak dat deel uitmaakte van de studie ´Building Physics’ die Elphi Nelissen eind jaren zeventig/begin jaren tachtig volgde aan de TU Eindhoven. “Een beetje vreemde naam,” glimlacht ze. “Maar ik herinner me nog goed dat ik het geweldig interessant vond. Het heeft me eigenlijk nooit meer losgelaten. Sindsdien ben ik altijd bezig geweest met de energie en de grondstoffen die we aan het opmaken zijn.”
Nelissen is hoogleraar Building Sustainability en sinds 2011 decaan van de faculteit Bouwkunde van de TU Eindhoven. Bovendien is ze ondernemer: in 1991 richtte ze Nelissen ingenieursbureau b.v. op, een onafhankelijk ingenieursbureau op het gebied van integraal advies van bouwfysica, installatietechniek en duurzaamheid waar ze als directeur al ruim 28 jaar leiding aan geeft.
Dat ze wars is van wollig taalgebruik en vage rapporten die meer vragen oproepen dan beantwoorden, komt goed van pas als voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie. Een logische stap, want Nelissen was al verantwoordelijk voor het thema ‘Circulaire Bouweconomie’ binnen de Taskforce Bouwagenda die is geselecteerd om in het verlengde van de transitieagenda handen en voeten te geven aan het opstellen en uitvoeren van het uitvoeringsprogramma. “Het einddoel is even duidelijk als ambitieus: in 2050 moet de Nederlandse bouweconomie voor 100 procent circulair zijn,” legt ze uit. “Ik ben daar hartstikke optimistisch over. Het gaat gewoon gebeuren, klaar. Enige vraag is hoe snel. Iedere transitie begint met bewustwording. Vijf jaar geleden kende niemand het begrip ‘circulair’, dus ik durf te stellen dat het in een sneltreinvaart gaat.”
Basiskamp
Die sneltreinvaart moet in eerste instantie leiden tot een ‘basiskamp’, dat in 2023 compleet ingericht moet zijn aan de hand van vier speerpunten: marktontwikkeling, meten, beleid-, wet- en regelgeving en kennis en bewustwording. Nelissen: “Vergelijk het met een bergbeklimming. We kunnen vanaf 2023 pas vaart maken en opschalen, richting een bouweconomie die in 2030 voor 50 procent circulair is, als er duidelijkheid is over de uitgangspunten en de te volgen route. In de begin vorig jaar verschenen transitieagenda zijn om te beginnen de urgentie en de circulaire bouweconomie gedefinieerd: om klimaatverandering en verdere belasting van de aarde tegen te gaan, gaan we onze gebouwen en infrastructuur zo ontwikkelen dat straks alle materialen en grondstoffen herbruikbaar zijn en we geen fossiele energiebronnen meer gebruiken. Het uitvoeringsprogramma geeft zo concreet mogelijk aan hoe we de top in 2050 willen bereiken.”
Kansen en mogelijkheden
In het uitvoeringsprogramma wordt ook een aantal knelpunten benoemd. Zo is er nog onvoldoende vraag en aanbod, zijn financiers huiverig voor de risico’s van de vereiste innovaties en zijn nieuw beleid en aanpassing van wet- en regelgeving nodig om barrières weg te nemen en circulariteit te stimuleren. “Onder de noemer ‘duurzaamheid’ maakt de energietransitie deel uit van de circulaire transitie,” vindt Nelissen. “Tegelijkertijd is de energietransitie veel verder en staan we met de circulaire transitie nog maar aan het begin. We kunnen er veel van leren. Neem de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) die de norm is voor de energiezuinigheid van gebouwen. Zoiets moet er ook komen om de circulariteit van gebouwen en infrastructuur aan te geven.”
Door het uitvoeringsprogramma Circulaire Bouweconomie te koppelen aan De Bouwagenda, wordt onder andere de ambitie om één miljoen woningen toe te voegen aan de Nederlandse voorraad in circulair perspectief geplaatst. Dat geldt ook voor de Road Maps die met infrastructuur en ‘human capital’ te maken hebben. Als spin in het web die niet van bedreigingen en knelpunten maar van kansen en mogelijkheden uitgaat, lijkt Nelissen daarbij ‘de juiste vrouw op de juiste plaats’. “Wat de circulariteit van de economie en de samenleving betreft zijn we vorige eeuw hard achteruit geboerd,” plaatst ze de circulaire opgave in historisch perspectief. “We dachten dat er sprake was van vooruitgang, maar zijn er inmiddels achter hoe groot de tol is die we moeten betalen voor de consumptiemaatschappij die we hebben gecreëerd. Ik ben ervan overtuigd dat we geen stap terug hoeven te doen. Circulair staat niet voor ‘minder kwaliteit’ en ‘minder comfort’. Het vergt vooral een andere mindset. We moeten anders leren denken. Minder lineair, meer circulair. Bij gebouwen als paviljoen Circl op de Zuidas en het hoofdkantoor van Liander in Duiven, kun je zien dat circulair ontwerpen en bouwen gepaard gaat met een andere kwaliteit, zeker niet met kwaliteitsverlies.”
‘Voor mij staat de toekomstige kwaliteit van leven voor de mensen op deze planeet voorop’
Gouden driehoek
Onder het motto ‘practice what you preach’ rijdt Nelissen in een elektrische auto en woont ze al dertien jaar in een woning zonder gasaansluiting. “Destijds waren we onze tijd ver vooruit, nu begint het steeds meer gemeengoed te worden. Een brug van biocomposiet op de campus van de TU Eindhoven, een circulair viaduct in Kampen, Auping dat matrassen terugneemt en hergebruikt, cement dat uit beton wordt gewonnen… Nu al wordt ook het uitvoeringsprogramma Circulaire Bouweconomie waar mogelijk ondersteund en gestimuleerd door pioniers, pilots en voorbeeldprojecten, die knelpunten aan het licht brengen en de circulaire economie met vallen en opstaan schragen met nieuwe verdienmodellen en businesscases.” Door de transitie zullen bedrijven omvallen maar er zullen ook nieuwe bedrijven ontstaan, voorspelt Nelissen.
“En voor beroepen die verdwijnen, komen nieuwe beroepen in de plaats. ‘De gouden driehoek van kennis- en onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en overheden zal ook in de brede bouwsector aan de slag moeten,’ schrijf ik niet voor niets in mijn korte inleiding van het uitvoeringsprogramma. ‘De Bouwagenda verbindt deze driehoek. Voor mij staat de toekomstige kwaliteit van leven voor de mensen op deze planeet voorop. Ik wil eraan bijdragen om die toekomst beter te maken’.”