‘Milieubelasting van installaties is steeds grotere uitdaging’

In een interview in het vakblad van de vereniging voor installatieprofessionals TVVL gaat voorzitter van het transitieteam Vincent Gruis in op de circulariteit van installaties en concludeert: ‘Door de toegenomen installatiequote in een gebouw – de verhouding tussen bouwkundige en installatietechnische onderdelen – vormt de milieubelasting van de installaties een steeds grotere uitdaging. Dit is dus een heel belangrijk punt, maar wel heel ingewikkeld.’

De technologische ontwikkelingen gaan snel en zijn moeilijk te voorspellen, zegt Gruis in het interview. ‘Je weet nu niet hoe het energiesysteem er over vijftig jaar uitziet, dus je kan ook de restwaarde van installatieproducten moeilijk bepalen of bepalen aan welke randvoorwaarden het product moet voldoen om het op later moment nog eens te kunnen gebruiken.’

Ook zegt Gruis dat het beter is om af te stappen van het idee dat ‘circulariteit’ een doel op zich is. Beter kunnen we circulaire principes zien als één van de gereedschappen in de gereedschapskist, waarmee we gebouwen kunnen bouwen die geen of een lage milieu-impact hebben, aldus Gruis.

Goede data

In een ander artikel in hetzelfde vakblad komt Olaf Oosting aan het woord. De directeur van adviesbureau Valstar Simonis en bestuurslid van TVVL maakt sinds najaar 2024 ook deel uit van het Transitieteam en schreef eerder mee aan de Actieagenda Circulair Installeren.

Eén van de acht hoofdpunten op de Actieagenda is het aansporen van fabrikanten om Environmental Product Declarations (EPD’s) en Life Cycle Assessments (LCA’s) op te stellen die gebruikt kunnen worden in de Nationale Milieu Database. Oosting constateert: ‘Het ontbreekt aan goede data […] Het lastige is dat zij [fabrikanten, red.] daarvoor de Europese standaarden volgen, die niet voldoende aansluiten op de Nationale Milieu Database.’

Lees de complete verhalen in het digitale magazine op de site van TVVL: