Winnaars WOW-prijs 2023: Circulair Bagger Consortium en Innovatie maaitechniek en vaartuignavigatie
7 november 2023Project Witte Vlekken: vergoeding voor het maken van LCA’s
10 november 2023Nationale Aanpak Biobased Bouwmaterialen van start
Nationale Aanpak Biobased Bouwmaterialen van start
Op 8 november lanceerden de ministers Hugo de Jonge en Piet Adema de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB). Dit is een miljoenenproject met allerlei maatregelen om de markt en toepassing van biogrondstoffen in de bouw snel te vergroten. “De tijd van pilots is voorbij”, zegt Karlijn Mol van uitvoeringsorganisatie Building Balance. “Om biobased bouwmaterialen op grote schaal toe te passen, is een nationale aanpak nodig.” Wat houdt de nationale aanpak precies in, en welke gevolgen heeft deze voor de grond-, weg-, en waterbouw (GWW)?
Biogrondstoffen dragen bij aan nationale doelstellingen
Aan de Nationale Aanpak werken 4 ministeries samen (LNV, BZK, I&W en EZ). De NABB moet een structurele bijdrage leveren aan de nationale doelstellingen op gebied van CO2- en stikstofreductie, circulaire economie, natuur- en biodiversiteitsherstel en ruimtelijke kwaliteit. Dat gaat gebeuren door een volwassen markt te ontwikkelen voor de teelt, verwerking en toepassing van biogrondstoffen uit Nederland. Deze biogrondstoffen worden vervolgens toegepast in gebouwen en bouwwerken.
Nieuw en duurzaam verdienmodel
Biogrondstoffen zijn bijvoorbeeld hout en natuurlijke vezels. Deze grondstoffen zijn hernieuwbaar, anders dan bijvoorbeeld aardolie. Eindige grondstoffen vervangen door duurzame alternatieven is een van de manieren om in 2050 een circulaire bouweconomie te bereiken. Mol: “De bouw, en zeker ook de GWW, is hard op zoek naar alternatieve bouwmaterialen. Nederlandse agrariërs kunnen de biogrondstoffen voor deze bouwmaterialen telen: een nieuw en duurzaam verdienmodel. Door vezelgewassen te telen en verwerken tot biobased bouwmaterialen snijdt het mes dus aan meerdere kanten.”
Biobased bouwen als norm
Het scheppen van de juiste marktcondities speelt daarbij een belangrijke rol, vertelt Mol. “Denk aan een goede certificering en normering voor de materialen. Je wilt dat afnemers kunnen vertrouwen op kwaliteit en levensduur. Ook moeten biobased materialen financieel aantrekkelijker worden.” Als de marktcondities goed geregeld zijn, gaan provincies en lokale organisaties vanzelf ook meer biobased bouwen. “De verwachting is dat de maatregelen in het NABB ervoor zorgen dat biobased bouwen de norm wordt. Bij voldoende aanbod kunnen biobased bouwmaterialen straks financieel concurreren met de traditionele materialen.”
Interventies voor biobased bouwen
De NABB voor de GWW kent een aantal actielijnen met diverse interventies die biobased bouwen versnellen. Een daarvan is kennisdeling. Belangrijk, want voor veel partijen is biobased bouwen nog nieuw. Een andere interventie is de ontwikkeling van bijmengnormen. Dit betekent dat een specifiek product dan minstens voor een bepaald percentage bestaat uit biobased grondstoffen. Daarnaast is er een interventie voor de ontwikkeling van koolstofcertificaten. Daarmee krijgen boeren een vergoeding voor de teelt van vezelgewassen, omdat die CO2 langdurig vastleggen bij toepassing in bouwmaterialen. Tot slot valt te denken aan de doorontwikkeling van de MKI en de aanpassing van de RAW-systematiek (waarover later in dit artikel meer).
Doelen GWW
De NABB bevat ook plannen specifiek voor de GWW. Er is 24 miljoen beschikbaar voor de sector. Daarmee moeten in 2030 de volgende doelen zijn behaald:
• Tenminste 10% van het wegmeubilair is biobased. Denk bijvoorbeeld aan: geluidsschermen, verkeerborden, lichtmasten en geleiderails.
• Tenminste 15% van het straatmeubilair is biobased. Voorbeelden zijn: prullenbakken, bloembakken en bankjes in de openbare ruimte.
• Tenminste 15% van de nieuw toegevoegde bitumen in asfalt, bestaat uit minstens 80% biobased grondstoffen.
• Tenminste 30% van de nieuwe oeverbeschoeiing is gemaakt van biocomposiet of wilgenhout. Biocomposiet is een mengsel van plantaardige vezels en hars waar plaatmateriaal van gemaakt kan worden.
• Tenminste 50% van het geotextiel in de waterbouw is biobased. Geotextiel is een stof die water doorlaat en gebruikt wordt als filter-, drainage- of scheidingsmateriaal.
• Tenminste 20% van het niet-constructieve beton in de GWW is tenminste 15% verrijkt met biogrondstoffen . Dit betreft onder meer straatstenen, tegels, trottoirbanden, rioolbuizen en putten.
• 5.000 fiets- en voetgangersbruggen zijn verrijkt met biocomposiet in het dek en/of de leuning.
Sessies met partijen uit infrasector
De doelen voor de GWW zijn in overleg tot stand gekomen. Eerst heeft Building Balance een overzicht gemaakt van geschikte investeringsdoelen, maatregelen en partijen. Daarna werden samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat drie sessies georganiseerd voor partijen uit de infrasector, waaraan overheden, bedrijven en kennisinstellingen meededen. “We brachten voor de sessies een representatieve afvaardiging van partijen bij elkaar. Zij dachten mee over belemmeringen en kansen om op te schalen, de juiste doelen en maatregelen, en de financiering van de plannen.”
Koplopers en peloton
Volgens Mol moeten zowel koplopers als het peloton meedoen om een succes te maken van de NABB. De koplopers zijn de organisaties die experimenteren met de toepassing van biobased bouwmaterialen. De meeste organisaties volgen later: zij zitten in het peloton. De koplopers zijn bijvoorbeeld marktpartijen die biobased producten in projecten toepassen. En ook opdrachtgevers die marktpartijen uitdagen om innovaties te ontwikkelen, zoals via de proeftuinen van BouwCirculair of inkoopmethodes als Small Business Innovation Research (SBIR). En het peloton? “Dat doet onder andere mee door de RAW-systematiek aan te passen, de basis voor aanbestedingen in de GWW. Door steeds hogere eisen te stellen in de RAW-systematiek, gaan bouwbedrijven steeds meer biobased toepassen.”
Ontwikkelingen geven hoop
Op de weg naar de biobased bouweconomie in de GWW liggen veel obstakels. Toch ziet Mol positieve maatschappelijke ontwikkelingen. “Gemeenten kopen circulaire verkeersborden in. Ook is al aangetoond dat 15% vezels toevoegen aan beton prima werkt. Verder zijn biobased producten in de burgerlijke en utiliteitsbouw al normaal, zoals biobased plaatmateriaal en gevelbekleding. Biobased bouwen is daar soms ook financieel aantrekkelijker: zo heb je bij nieuwe ontwerpen voor houtbouw minder materiaal voor funderingen nodig. De GWW kan op deze beweging meeliften.
Organisaties in de GWW: doe mee!
“Spring op die rijdende trein”, luidt de oproep van Mol aan organisaties in de GWW. Ze verwijst naar de website van Building Balance. Leveranciers, bouwbedrijven en opdrachtgevers kunnen zich aansluiten bij regionale ketensamenwerkingen. “Iedereen die iets met biobased wil doen, kan zich bij ons melden.”
Tips voor interessante websites over biobased in de GWW van Karlijn Mol:
Biobased campus
Circuroad voor GWWCircular biobased delta
Hout in de GWW