Een belangrijk knelpunt voor opschaling van biobased woningbouw is - of lijkt - brandveiligheid. En in het verlengde daarvan verzekerbaarheid. De vragen zijn daarbij:
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft voor het Transitieteam Circulaire Bouweconomie deze vragen neergelegd bij Nieman. En de vragen zijn uiteraard ook belangrijk voor PIANOo Buyer Groups, Lente-Akkoord 2.0 en City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen.
Nieman heeft onderzoek gedaan naar twee aspecten:
Wat blijkt? Er is veel mogelijk. In veel situaties kan nu al biobased isolatiemateriaal brandveilig worden toegepast. Met name over cellulose- en houtvezelproducten is veel kennis beschikbaar. Het rapport geeft oplossingsrichtingen voor gevels, binnenwanden, vloeren, woningscheidende wanden en daken, zowel in HSB- als CLT-bouwconstructies. En voor diverse biobased materiaalsoorten: cellulose, grasvezel, hennep, houtvezel, katoen, schapenwol, stro en vlas. De toepasbaarheid volgt uit internationale kennis en extrapolatie daarvan naar de Nederlandse bouwpraktijk. Voor veel toepassingen van biobased bouwmaterialen is nog geen CE-markering of testresultaat beschikbaar, maar het rapport geeft onderbouwing die bijvoorbeeld kan worden gebruikt voor een
gelijkwaardigheidsprocedure.
Om het toepassingsgebied van de andere biobased isolatiemateriaal verder te vergroten, zijn brandtesten nodig voor de Nederlandse marktconforme houtmaten. In het rapport worden suggesties gedaan voor diverse typen brandproeven op productniveau, op systeemniveau en op gevelniveau.