‘Circulair slopen is een omgekeerd bouwproces’
21 september 2022De ART asfalteert circulair en klimaatneutraal
3 oktober 2022Circulair opdrachtgeverschap in de regio: ‘Meer nodig dan ooit’
Circulair opdrachtgeverschap in de regio: ‘Meer nodig dan ooit’
Een volledig duurzame regio: daar gaat de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen voor. Vijftien gemeenten en de provincie Gelderland ondertekenden de ambitie ‘Circulair opdrachtgeverschap in de GWW in de regio Arnhem-Nijmegen’ en werken van 2020-2025 samen om deze te behalen. Maar hoe word je circulair opdrachtgever? En wat is de meerwaarde van regionale samenwerking? We spraken met Reinier Trommel (coördinator duurzaamheid bij de provincie Gelderland) en Meindert Blokpoel (inkoopadviseur bij de gemeente Lingewaard), die meewerken aan de uitvoering van circulair opdrachtgeverschap in de GWW.
Het project wordt uitgevoerd door De Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, een samenwerkingsverband dat ook andere opgaven regionaal aanpakt. Het uitvoeringsprogramma voor circulair opdrachtgeverschap in de GWW heeft als doel om van 10% naar 50% circulair opdrachtgeverschap te groeien in 2025. En dat is meer nodig dan ooit. Reinier Trommel: “De termijn om de gestelde klimaat- en duurzaamheidsdoelen te halen is kort, en de kosten van nieuwe materialen rijzen de pan uit terwijl budgetten gelijk blijven.” Meindert Blokpoel voegt daar meer actuele zorgen aan toe: “Door de lage rivierstand is de aanvoer van bijvoorbeeld zand en grind al lastig. Dat gaat in de toekomst vaker voorkomen. Circulair werken maakt je veel minder afhankelijk van zo’n aanvoerroute.” Het is een extra stimulans om zo lang mogelijk te werken met de materialen die je al hebt. Dat moet volgens beiden het resultaat van circulair opdrachtgeven zijn.
Focus op circulariteit
Een volledig duurzame regio? Dat klinkt abstract en breed, beaamt Reinier. In het ambitiedocument leggen de partners dat uit als een regio zonder verspilling van grondstoffen of energie, waar de potentie voor hergebruik van producten maximaal benut wordt. “De focus ligt op circulariteit,” legt Reinier uit. “En we gaan met concrete acties aan de slag: bijvoorbeeld het beproeven van circulaire innovaties in onze regio, inkoopstrategieën en een nulmeting en een monitoringssystematiek met duidelijke indicatoren om goed te volgen of we vorderingen maken als regio. We organiseren kennistafels met de provincie, gemeenten en aannemers uit de regio om kennis te delen en concreet met onderwerpen uit het uitvoeringsprogramma aan de slag te gaan.” Andere concrete acties zijn: een regionaal trainingsprogramma ontwikkelen, kennis delen en zo ondersteund circulair werken en het opzetten van een gezamenlijke materialenbank.
Begrip voor elkaars perspectief
Het samenwerkingsverband investeert veel in onderlinge samenwerking én in samenwerking met de markt. Meindert: “De wil en het enthousiasme is er van alle kanten. Door met elkaar te praten is er wederzijds begrip voor elkaars doelen en uitdagingen. We praten over hobbels die we samen moeten nemen. Bijvoorbeeld elektrificatie van bouwmachines: de gemeente Lingewaard kan dat als eis in een opdracht zetten, maar als andere opdrachtgevers die eis niet stellen, zullen aannemers minder snel investeren in elektrisch materieel. Spreken we dit op regionaal niveau af, dan verlagen we dat risico samen en zijn opdrachtnemers veel sneller bereid te investeren in duurzaam (elektrisch) materieel.”
Maar ook onderstrepen beide heren het belang van de samenwerking tussen overheden. “Als provincie hebben we de nodige kennis en kunde over circulariteit in huis, terwijl een kleine gemeente in de regel minder specialistische kennis in huis heeft. Door in regionaal verband samen te werken kunnen we de beschikbare specialistische kennis met elkaar delen en onze krachten bundelen,” vindt Reinier. “En die kennis vervolgens ook weer delen in de regio, eventueel aangevuld met kennis uit landelijke programma’s. Vanuit onze stuurgroep kunnen we bij de kleinere gemeenten in de Groene Metropoolregio aanschuiven om hen helpen met de vraagstukken om tot een circulaire GWW te komen.”
Regie op restmateriaal met materialenbank
Een concreet voorbeeld van zo’n samenwerkingsvorm is het idee voor de digitale materialenbank. Deze virtuele marktplaats voor restproducten uit infraprojecten in de regio kan dan door alle regionale opdrachtgevers en -nemers benut worden. “Een van onze kennistafels is hier hard mee bezig”, vertelt Reinier. “Het idee is dat je hergebruik stimuleert door op een platform te delen wat er beschikbaar komt, in welke hoeveelheid, wanneer, wat precies en wat de kwaliteit van het materiaal is. Nu wordt het vaak aan de aannemers overgelaten wat er met de vrijkomende materialen uit infrawerken gebeurt. Dat vind ik eigenlijk gek. We moeten zelf een steviger materialenpositie innemen en hier meer regie op voeren.” Meindert onderstreept dat er een basis nodig is waardoor je ook daadwerkelijk circulair kan werken. “Je kan zoveel voorschrijven in je aanbestedingsbestek, maar dan werkt het niet. Het start al in de fase voor het ontwerp! En er moeten wel materialen beschikbaar zijn om ze te hergebruiken.”
De materialenbank is veelbelovend en op regionaal niveau impactvol, vindt Reinier. “We moeten voorkomen dat we materialen het hele land door slepen. Dat zorgt voor onnodige uitstoot en is ook minder werkbaar. Regionaal is het beste schaalniveau voor een materialenbank. Deze regionale variant kan ook sneller worden opgezet en in gebruik genomen.”
Circulariteit werkbaar maken
Op dit moment wordt ook veel geïnvesteerd in het genereren en delen van kennis met kennistafels en tussen verschillende partners. Daarbij worden duurzame relaties opgebouwd en is veel enthousiasme voor circulair werken merkbaar, vertelt Meindert. “Aannemers aan kennistafels weten dat ze anders moeten gaan werken, en zijn positief over de Groene Metropool en deze samenwerking. De allerkleinste aannemers die maar een paar man in dienst hebben nodigen we ook uit voor startbijeenkomsten. Voor hen is het nog best een uitdaging, zij missen man- en investeringskracht. Toch weten ook zij: we moeten mee in deze beweging.”
Reinier: “We stimuleren aannemers stappen te doen die ze anders niet zouden doen, en proberen circulariteit werkbaar te maken en echt te enthousiasmeren. Wat Meindert ook zegt: niet alle bedrijven hebben de mensen om dit op te pakken, maar ze willen wel hun steentje bijdragen. In de gesprekken zitten we wel op één lijn.” Met de regionale aanpak komt er omvang en urgentie om dit te doen. Kun je circulaire diensten en materialen op grotere schaal aanbieden, dan heeft dat ook in de toekomst een positieve invloed op de continuïteit van een aannemersbedrijf. “Dat is de kracht van de regio. Daarom moeten we collectief optreden als opdrachtgevers én samen met opdrachtnemers een koers uitzetten. Verzin je alles vanuit je ivoren toren, dan krijg je terecht een draai om je oren vanuit de praktijk. Toets wat je wilt, deel het dus tijdig met de markt en de kans is groot dat het wordt uitgevoerd zoals je het bedacht hebt.”
Tips voor circulair opdrachtgeverschap
Maar wat is nou de sleutel tot succesvol circulair opdrachtgeverschap? Meindert en Reinier zijn het roerend eens: een open gesprek met je opdrachtnemers. Meindert: “Als je het samen doet, krijg je begrip voor elkaars perspectief en positie. Dan kom je tot resultaten. Korte opdrachten bij een kleine gemeente gaan geen innovatie op gang helpen, maar 10 opdrachten in de regio is kansrijker.” Reinier voegt daaraan toe dat je het vooral simpel moet houden. “Mijn stokpaardje is: maak het zo concreet mogelijk. Termen worden snel abstract en dan verzand je in discussies over een definitie. Maak het heel specifiek: waar hebben we het over en wat willen we bereiken? Daar kunnen techneuten wat mee. Wij gebruiken het Ambitieweb uit Duurzaam GWW hiervoor, een handig instrument houvast geeft. Versta elkaar, dan kun je effectieve stappen gaan zetten.”