Column Bas van de Griendt (Stratego-Advies): ‘Andere wegen’
15 april 2019Dankzij Biosintrum klopt het hart van de biobased economy in Ooststellingwerf
15 april 2019‘Circulaire economie is voor waterschappen ook kwestie van verlicht eigenbelang’
'Circulaire economie is voor waterschappen ook kwestie van verlicht eigenbelang'
De 21 waterschappen die bij de Unie van Waterschappen zijn aangesloten, zijn behalve voor het beheer van waterkeringen en het regionale waterbeheer ook verantwoordelijk voor het zuiveren van afvalwater. “Dat afvalwater beschouwen we als een bron van duurzame energie en grondstoffen,” legt UvW-beleidsmedewerker Henkjan van Meer uit. “De transitieagenda’s en onze inzet in het uitvoeringsprogramma hebben binnen de waterschappen gezorgd voor een bredere discussie over circulaire economie. Het betekent voor onze organisaties veel meer dan alleen het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater.”
Klimaatverandering heeft veel impact op het dagelijkse werk van de waterschappen, die er daardoor volgens Van Meer extra op gebrand zijn om de CO2-uitstoot terug te dringen. “Dat we eerst het Grondstoffenakkoord hebben ondertekend en nu ook actief meewerken aan de uitvoering van de transitieagenda’s en het uitvoeringsprogramma, is ook een kwestie van verlicht eigenbelang: hoe minder CO2 er wordt uitgestoten, hoe minder de zeespiegel stijgt en hoe makkelijker ons werk wordt, zou je heel gesimplificeerd kunnen zeggen. Klimaatadaptatie zonder ook aandacht te besteden aan klimaatmitigatie, is als dweilen met de kraan open.”
Oplossingen
Met de gezamenlijke netwerkorganisatie ‘De Energie- & Grondstoffenfabriek’ als aanjager, slagen de waterschappen er in op steeds efficiëntere, duurzamere én circulairdere wijze biogas en vijf grondstoffen te winnen uit afvalwater. Van Meer: “Omdat we daarbij in de wetgeving tegen belemmeringen oplopen, hebben we samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een taskforce ingesteld die de knelpunten in kaart moet brengen en oplossingen moet bedenken.” Ook binnen de eigen bedrijfsvoering en bij het beheer van waterkeringen en het regionale waterbeheer valt volgens Van Meer nog een circulaire wereld te winnen. “In de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie is afgesproken dat al onze uitvragen vanaf 2023 circulair moeten zijn en al onze aanbestedingen vanaf 2030. Dat betekent dat we vanaf nu onze aannemers en andere leveranciers steeds vaker gaan vragen zo min mogelijk primaire grondstoffen te gebruiken. Een gigantische uitdaging, maar niet onmogelijk. Dat proef ik ook als ik met GWW-aannemers praat: ze zijn er al mee bezig, onderschrijven de urgentie en gaan er voor.”
Van Meer vindt de inbedding van de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie en het uitvoeringsprogramma in De Bouwagenda een goed idee. “Dat onderstreept dat de circulaire bouweconomie niet iets van de overheid of de markt is, maar van ons allemaal. Wat ik ook goed vind is het dynamische karakter van het uitvoeringsprogramma: het moet continu worden aangepast aan nieuwe kennis en inzichten die we opdoen tijdens het gezamenlijke traject naar een circulair Nederland.”
'De circulaire bouweconomie is niet iets van de overheid of de markt, maar van ons allemaal.'
CO2-schaduwprijzen
Bij de vertaling van de duurzaamheidsdoelen (‘het wat’) naar concrete projecten en opgaves (’het hoe’), wordt volgens Van Meer binnen de waterschapswereld aangesloten bij de ‘Green Deal Duurzaam GWW 2.0’ en het ‘Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen’. “Hoe pas je bijvoorbeeld CO2-schaduwprijzen toe in inkoop- en aanbestedingsprojecten? Via pilotprojecten wordt er mee geëxperimenteerd, zoals we op veel fronten kennis en ervaring opdoen die het uitgangspunt vormt voor de klimaatneutrale en circulaire economie van de toekomst. Van de nabije toekomst, kan ik beter zeggen. De klok tikt door, we hebben geen tijd te verliezen, en dat maakt deze noodzakelijke transitie extra spannend.”