AKCI-subsidie voor nieuwe brandweerpost zet circulariteit op de kaart in Borsele
22 september 2020‘Arbeid in circulaire bouw moet goedkoper’
29 september 2020Rijksvastgoedbedrijf wil circulair leren bouwen en beheren door te doen
Rijksvastgoedbedrijf wil circulair leren bouwen en beheren door te doen
Van ministeries en gevangenissen tot kazernes en rechtbanken: het Rijksvastgoedbedrijf is met 12 miljoen vierkante meter bruto vloeroppervlak de grootste vastgoedorganisatie van het land. Hoe maak je deze portefeuille circulair? De redactie van Circulaire Bouweconomie sprak met Jille Koop over het nieuwe strategische keuze-instrument BLOEI.
Foto: Arenda Oomen
Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) wil het vastgoedbeheer van de rijkskantoren en de aanbestedingen in 2030 geheel circulair uitvoeren. En dat moet in 2050 gelden voor de hele vastgoedvoorraad en alle activiteiten van het RVB. Geen geringe opgave. Jille Koop, expert circulair bouwen bij het RVB, is nauw betrokken bij 25 circulaire projecten en vertelt hoe het RVB circulair bouwen wil stimuleren.
Koop: ‘Circulair bouwen is een nieuw thema voor alle disciplines en spelers in de bouw. Dus als je erachter wilt komen hoe circulair beheren en inkopen in 2030 werkt, moet je nu starten om te leren wat wel en niet werkt, simpelweg door het te doen. En als iets werkt, schalen we het zo snel mogelijk op. Dat is ook de gedachte achter Koers Circulair RVB, een organisatiebreed programma. We zoeken daarvoor samenwerkingen met andere overheden en met kennisinstellingen op. En we kijken naar binnen, met leerprojecten. De transitie naar circulair bouwen betekent een grote verandering voor al onze ruim 2000 collega’s en die willen we stapsgewijs met alle betrokkenen doorlopen. Verandering draait uiteindelijk altijd om mensen.’
BLOEI
Het RVB heeft te maken met sloop, onderhoud, aan- en verkoop, renovatie en nieuwbouw van vastgoed. Vaak betreft het unieke objecten, van ministeries tot gevangenissen en kazernes. Hoe ontwikkel je een circulaire strategie voor deze gevarieerde portefeuille? Koop: ‘Een one-size-fits-all aanpak voor circulair bouwen werkt niet. Daarom hebben we het instrument BLOEI ontwikkeld, dat helpt om de juiste circulaire aanpak per project te kiezen en zo focus aan te brengen in een uitvraag of een bestek.’
BLOEI is een instrument dat helpt om keuzes te maken uit zo’n twintig circulaire principes die op dit moment bekend zijn. Van de R-ladder tot de trias ecologica en het model van Brand. BLOEI is een acroniem waarbij de letters staan voor de thema’s waarin circulair bouwen is te verdelen:
- Beheren en oogsten
- Lage milieulasten
- Ontwerpen
- Economische –en samenwerkingsmodellen
- Informatie vastleggen
Het instrument helpt bij de afweging welke set van circulaire strategieën het beste bij een project past. Per gebouwlaag (buitenruimte, constructie, schil, installatie, inbouw) kan een keuze worden gemaakt en breng je focus aan. Koop: ‘Dit jaar passen we het instrument toe in veertien projecten. We evalueren de werking van BLOEI op basis hiervan. Inmiddels hebben we BLOEI ook gedeeld met andere opdrachtgevers.’
Kanaalplaten
Over de uitkomsten van het BLOEI-instrument is dus nog niet veel te zeggen, maar het RVB doet ondertussen ervaring op in lopende circulaire projecten. Koop vertelt over de geplande sloop van een aantal panden in het Arnhemse Bestuurskwartier. ‘We willen bij de sloop betonnen kanaalplaten laten delven voor hergebruik. Een circulaire makelaar helpt ons zoeken naar afzet. Daarbij hebben we ook een certificatie-instelling opdracht gegeven om een stappenplan te maken dat hergebruik van afgedankte betonnen kanaalplaatvloeren gaat stroomlijnen. Dat is een mooie stap naar hoogwaardig hergebruik van complete onderdelen, in plaats van het veel laagwaardiger recyclen van het materiaal.’ Dit protocol is ook nuttig voor andere partijen.
Bijkomend voordeel is volgens Koop dat een dergelijke vorm van hoogwaardiger recyclen minder energie kost voor verwerking en transport dan de laagwaardige variant. ‘Er is een wisselwerking tussen de energietransitie, die stuurt op het verlagen van emissies, en de materiaaltransitie. Als je de uitstoot in het proces van winning, verwerking en transport van gebruikte materialen kunt verlagen, heb je een stukje van de puzzel opgelost. CO2 ligt vast in het beton. Zorg dat het daar blijft.’
Populierenhout
Als we de letters van het acroniem volgen, was het kanaalplatenproject een voorbeeld van Beheren en oogsten. Een voorbeeld van Lage milieulasten is een pilot in het Belastingkantoor Utrecht met het biobased bouwen van spreekkamers. Koop: ‘Bij biobased bouwen gaat het om het toepassen van materialen die hernieuwbaar zijn, en bij voorkeur zonder “natte verbindingen”, zodat later alles weer eenvoudig uit elkaar gehaald kan worden. Voor de spreekkamers betekent dat geen wanden van traditionele metal stud, gipsplaten en spack- of stucwerk, maar een constructie die bestaat uit geschroefde lemen platen, populierenhout, isolatie van vlas en baux - een mix van sparren, pijnbomen en gewassen, zonder chemicaliën.’
Populierenhout is niet zonder meer te gebruiken als wand- en plafondafwerking. Probleem is dat het soortelijk gewicht van populier te laag is om aan de brandveiligheidsvoorwaarden te voldoen. Koop: ‘We onderzoeken nu of we het hout zonder verf brandvertragend kunnen behandelen zodat het wel voldoet. Dan zouden we hout kunnen gebruiken dat vrijkomt uit het reguliere onderhoud van Nederlandse bossen. En dan hebben we een lokale kringloop.’
Impact
‘Leren door te doen’ is het motto van Koop en de Koers Circulair van het RVB. Zo bleek dat de bouwers van het klantcontactcentrum Utrecht een dag langer dan normaal bezig zijn geweest met de wanden in de spreekkamers, omdat de platen afwijkingen in dikte vertoonden. Dat zijn interessante ervaringen uit de praktijk. Daarnaast is een adviesbureau gevraagd een analyse te maken van de impact van biobased bouwen voor de hele portefeuille van het RVB. Koop: ‘Bedenk dat het Rijksvastgoedbedrijf meer renoveert dan nieuwe panden bouwt. Wellicht zit de meeste ecologische winst wel in circulaire tussenwanden.’
Als voorbeeld van de O van Ontwerpstrategie noemt Koop het revitaliseringsprogramma bij Defensie, waarbij 2,1 miljoen vierkante meter wordt gesloopt en 1,3 miljoen vierkante meter nieuw wordt gebouwd. Zo werken we aan de technische kwaliteit, het achterstallig onderhoud en het verduurzamen van het vastgoed tegelijkertijd. Koop: ‘Bij de ontwerpstrategie werken we vanuit het principe Industrieel, Flexibel, Remontabel (IFR). Het industriële aspect draagt bij aan een reductie van de faalkosten, de snelheid en minder stikstofuitstoot op de bouwplaats. Het flexibele en remontabele karakter vergroot de herbruikbaarheid later met minimale schade en materiaalverlies. We kijken waar de bestaande materiaalpotentie op de kazernes ligt. Misschien is het ecologisch beter om sommige panden niet te slopen, maar te strippen tot het betonnen casco. En dan weer opbouwen met optoppingen van hout. Dat is slim ontwerpen en combineren.’
Bedenk dat het Rijksvastgoedbedrijf meer renoveert dan nieuwe panden bouwt. Wellicht zit de meeste ecologische winst wel in circulaire tussenwanden
Ruiten
Economische- en samenwerkingsmodellen, de letter E uit BLOEI, is een set strategieën die samenwerking met externe partijen vorm moet geven. Daarmee wordt nu ervaring opgedaan in een project bij het Nationaal Archief, waar onder andere de ruiten moeten worden vervangen door een duurzamere variant. Koop: ‘Hoe zorgen we ervoor dat glas dat moet worden vervangen vanwege energiebesparing niet in scherven in de container belandt en tot jampotjes wordt verwerkt, maar als geheel kan worden opgewaardeerd en hergebruikt? In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en een consortium van marktpartijen onderzoeken we dat. Het is voor het eerst dat de glasindustrie hiermee bezig is, en het kan een interessant nieuw verdienmodel opleveren. En ook hier raken de energietransitie en de materiaaltransitie elkaar. Beide transities werken complementair aan CO2-reductie.‘
Informatie vastleggen is de laatste letter uit het acroniem, maar zal vaak een van de eerste stappen zijn in het circulaire proces. Een voorbeeld daarvan is de sloop van de radartoren in Wier, Friesland, vertelt Koop. ‘De nieuwe toren was al gebouwd voordat wij begonnen met ons project, dus we konden daarin geen materiaal hergebruiken. We hebben toen eerst informatie verzameld door een grondstoffeninventarisatie te laten maken. We wilden weten in welke volumes de materialen aanwezig waren en welke de meeste milieuoverlast geven. Dat waren beton, betonsteen en metselwerk. Partijen konden vervolgens inschrijven op de circulaire verwerking van het materiaal. Daarbij hebben we aangegeven dat we zouden beslissen op basis van de economisch meest voordelige én de ecologisch meest verantwoorde manier van verwerken, door een fictieve korting toe te kennen. We hebben gezocht naar een partij met een netwerk in de buurt zodat de energielasten van het transport zo laag mogelijk zouden blijven. We kozen dus niet per se de goedkoopste, maar zochten de partij die de beste balans tussen de twee doelstellingen in zijn aanbod had.’
Iteratief proces
Het instrument BLOEI wordt nu toegepast in veertien projecten en zal daarna geëvalueerd worden. Het is dynamisch opgezet, vertelt Koop, zodat nieuwe strategieën er ook een plaats in kunnen vinden. Binnen het Rijksvastgoedbedrijf houden steeds meer medewerkers zich met circulair bouwen bezig. Koop: ‘Het vraagt van alle disciplines om buiten de gebaande paden te treden. Het is echt een iteratief proces waarbij we alleen leren door te doen.’