‘Metropoolregio Amsterdam (MRA) ideaal schaalniveau voor kennisdeling circulair bouwen’
28 februari 2020Gevelbouwers vergroten samen circulaire kansen
2 juni 2020Zo is de drempelvrees voor circulaire woningbouw te overwinnen
Zo is de drempelvrees voor circulaire woningbouw te overwinnen
Circulaire woningbouw is voor een deel van de opdrachtgevers en -nemers nog altijd onbekend terrein. Wouter Kersten van Platform31 deed onderzoek en wil twijfelaars verleiden de stap toch te zetten. Vier adviezen op basis van zijn bevindingen.
Bestaat er één succesrecept voor circulaire woningbouw? Wouter Kersten, projectleider duurzaamheid en circulaire economie bij Platform31, denkt van niet. Hij bestudeerde cases, interviewde betrokkenen en schreef het rapport Circulaire woningbouw in Nederland. Hieruit blijkt dat er meerdere ingrediënten noodzakelijk zijn. Het begint in ieder geval bij een partij die zijn nek durft uit te steken. Dat kan een gemeente met lef zijn, een bouwer die wil innoveren of een architect die snapt dat circulariteit bij het ontwerp begint. Nog mooier natuurlijk is een optelsom van partijen die een alliantie sluiten. Want het komt hoe dan ook aan op samenwerken.
Dat klinkt eenvoudig. Toch ervaren veel opdrachtgevers of –nemers nog een drempel als het om circulaire woningbouw gaat, stelt Kersten. ‘Je ziet angst om te ver voor de troepen uit te lopen.’ Maar achterlopen is een groter risico, vindt hij. ‘Veranderingen gaan snel. Kijk maar naar het tempo waarmee aardgasloos bouwen is ingeburgerd.’ Een verklaring voor de drempelvrees is onzekerheid over het onbekende, denkt Kersten. ‘Het is lastig om in te schatten wat er op je afkomt als je eraan begint.’ Om die onzekerheid een beetje weg te nemen: vier adviezen.
Opdrachtnemer: Kijk buiten je eigen kring en zoek commitment
De kern van circulair bouwen is samenwerken. Dit vraagt vrijwel altijd om nieuwe contacten. Bij voorkeur met mensen die al gemotiveerd zijn om het verschil te maken in duurzaamheid. Kersten: ‘Probeer op hoog niveau commitment te krijgen bij mogelijke partners.’ Een mooi voorbeeld vindt hij de samenwerking bij de klimaatneutrale wijk Stadstuin Overtoom in Amsterdam. Hierbij werden 352 woningen gesloopt en 480 woningen nieuw gebouwd. De ambitie was om 90 procent van het sloopmateriaal te recyclen of opnieuw te gebruiken.
Om dergelijke doelen te halen, bundelden woningcorporatie Eigen Haard, aannemer Era Contour, sloopbedrijf Oranje, KOW-architecten en adviesbureau Copper8 de krachten. Dat deden ze in de coöperatieve werkstructuur Co-Green. Hierbij deelden de partners niet alleen kennis, maar ook risico’s en financiële opbrengsten. Kersten: ‘Dit idee is ontstaan tussen partijen die echt wilden samenwerken en dat op een andere manier durfden te doen. De basishouding was: we gaan hier samen een succes van maken. Partijen waren niet uit op het maximaliseren van het eigen belang.’
Opdrachtnemer: Focus op het doel, niet op de details
Circulaire woningbouw vraagt om een veelzijdige aanpak. Daarbij draait het niet alleen om bouwaspecten zoals te gebruiken materialen. Je moet ook kijken naar wat bewoners willen, de mogelijkheden tot samenwerken en hoe je het project financiert. Het succes wordt bepaald door een samenhang in al die factoren. Een valkuil is dat je te veel focust op één ding, zoals een mooi materiaal of een specifieke wijze van hergebruik. Aandacht voor detail – Kersten noemt dit ‘het bouten en moeren-niveau’ – moet er zeker zijn. Maar het idee dat circulaire woningbouw staat of valt bij bijvoorbeeld een materialenpaspoort is onterecht. Kersten: ‘Je ziet circulaire koplopers die het materialenpaspoort helemaal niet nodig hebben.’
Ook het ‘circulaire’ zelf moet geen doel op zich worden, vindt hij. ‘Het echte doel is milieuwinst, grondstofbesparing en hoogwaardig hergebruik van materialen, componenten en gebouwen.’ Kersten denkt dat het belangrijk is om op maximale impact te focussen. Een voorbeeld: ‘In het casco van een gebouw zit zestig procent van de milieu-impact. Het loont dus om over de herbruikbaarheid daarvan na te denken. Dat deden ze een eeuw geleden al bij het ontwerp van het Rotterdamse flexibele bedrijfsverzamelgebouw Atlantic Huis. De renovatie tot appartementencomplex in 2009 was daardoor weinig ingrijpend.’
Opdrachtgever: Leg jouw visie niet op aan anderen
Circulair bouwen gaat niet zonder een vooruitstrevende visie, ambitie en eigenzinnigheid. ‘Maar je moet niet doorschieten in vergezichten die van de planeet afvallen’, vindt Kersten. Dit vraagt zelfbeheersing bij opdrachtgevers. Als zij te hoge eisen stellen en daaraan vasthouden, kan niemand de uitdaging aan. Kersten: ‘Probeer als opdrachtgever jouw visie op circulariteit niet op te leggen, maar geef opdrachtnemers ruimte voor een eigen invulling.’ Hij vindt dat Zutphen dit goed heeft gedaan bij de cleantechwoningen Berghegelaan. De gemeente heeft zich bij de gunning anders dan gebruikelijk opgesteld. In plaats van op de grondprijs, legden zij nadruk op ruimtelijke inpassing, duurzaamheid, samenhang met de omgeving, materiaalgebruik en samenwerking. Kersten: ‘Zutphen durfde zich te laten verrassen.’ Dit leverde 14 woningen op met losmaakbare onderdelen en duurzame installaties. Ook is er veel aandacht besteed aan wat bewoners willen, zelfs als het om de trottoirs gaat.
Opdrachtgever: Durf het experiment aan
Een kenmerk van pioniers is dat ze goed gedijen bij weinig regels. Opdrachtgevers kunnen dat stimuleren met een regelluw experiment, zoals Groningen deed bij het project Loskade. De gemeente liet hier een tijdelijke bestemming toe. Dit was best bijzonder. Want andere gemeenten waren er in soortgelijke situaties nog van uitgegaan dat dit niet mocht. Bouwer Van Wijnen nam de uitdaging aan. Dankzij de regelluwte kon een ander startpunt worden gekozen: een tijdelijke bestemming met de expliciete mogelijkheid tot het verplaatsen van de woningen na tien jaar. Na die regelluwe start moesten overigens wel reguliere procedures worden gevolgd. Kersten: ‘Het was niet een carte blanche waarna de gemeente geen enkele invloed meer had.’ Aan de Loskade verrees een qua circulariteit diverse ‘pop up-wijk’. De woningen zijn gemakkelijk te ontmantelen en verplaatsbaar. Dergelijke experimenten zijn interessant voor opdrachtnemers, vindt Kersten. ‘Je kunt in deze fase zelf de spelregels van circulair bouwen nog een beetje meebepalen. Of dat straks ook nog kan, is de vraag.’
Rapport Circulaire woningbouw in Nederland
Het op ruim 70 cases gebaseerde onderzoek van Kersten is te downloaden via de site van Platform31. De publicatie licht zestien cases uit. Lezers vinden er nog meer lessen en aanbevelingen om de drempels voor circulaire woningbouw weg te werken. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft het project gesubsidieerd.