
Bouwen binnen Planetaire Grenzen
14 februari 2025
Wat betekent aanstaande EU-Regelgeving voor de installatiesector?
19 februari 2025De Circulair Bouwen podcast #20: ‘Transitie naar circulaire installaties vraagt om betere data’

De Circulair Bouwen podcast #20: ‘Transitie naar circulaire installaties vraagt om betere data’
Installatieadviseurs hebben grote moeite om de milieu-impact van installaties en de mate van circulariteit goed in beeld te krijgen. Betere data zijn hard nodig om betrouwbare berekeningen te kunnen maken en de circulaire doelen te halen. Dat zegt Olaf Oosting, directeur bij Valstar Simonis en lid van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie in de Circulair Bouwen Podcast. Hij wijst daarbij op de rol van sturende wetgeving. 'Dat minister Mona Keijzer op de woontop aankondigde de MPG niet aan te zullen passen, zie ik als een gemiste kans.'
Op weg naar volledig circulair bouwen ligt er niet alleen een grote opgave voor de bouwsector, maar is er ook veel te winnen in de maakindustrie. Dat blijkt uit aflevering 20 van de Circulair Bouwen Podcast met als thema ‘Circulaire klimaatinstallaties: van afgedankt naar aangepast’. Naast Olaf Oosting komt in deze podcast ook Harald Tepper aan het woord, programmaleider Circulaire Economie bij Philips én voorzitter van het Transitieteam Circulaire Maakindustrie, net als Atze Boerstra, deeltijdhoogleraar Building Services Innovation aan de TU Delft.
‘Niet aanpassen van de MPG is een gemiste kans’
Als het gaat om milieu-impact, is energie-efficiëntie voor de opdrachtgevers van de installatiebranche nog steeds leidend, constateert Oosting. ‘De MPG (Milieuprestatie Gebouwen) telt natuurlijk ook, maar die is op dit moment nog vrij makkelijk haalbaar. Op de woontop heeft Mona Keizer aangekondigd dat de MPG niet wordt aangepast. Dat is een gemiste kans. Natuurlijk kunnen we nu ook al verdere stappen zetten met installaties, maar er is nu geen wetgeving die ons daartoe dwingt.’
Toch zijn er wel wetgevende instrumenten die de goede kant op gaan, zegt Tepper. Denk aan de reporting regulations, die grote bedrijven zoals Philips verplicht te rapporteren over grondstoffengebruik en circulariteit. ‘Dat betekent dat we veel harder aan de hele supply chain moeten vragen wat er in onze apparaten zit, en waar, en of het uit elkaar te halen is. Maar tegelijk zijn die regels vaak nog multi-interpretabel. De vraag is bijvoorbeeld welke database je dan gebruikt.’
Oosting wijst ook op het belang om zo veel mogelijk aan te sluiten bij EU-standaarden. ‘In Nederland hebben we voor installaties veel te maken met leveranciers in het buitenland. Die laten wel een levenscyclusanalyse maken, maar die passen dan weer net niet in de Nationale Milieu Database (NMB) en de MPG zoals wij die kennen in Nederland.’

Opname Circulair bouwen podcast #20
‘Energiebesparing en circulariteit kunnen elkaar bijten’
Het Rijksvastgoedbedrijf verbouwde een oud Marine-kantoor tot het Kantoor vol Afval (KAVA) zoveel mogelijk circulair, en nam daarbij ook de installaties mee. In de reportage vertelt Mathieu Rietman, adviseur werktuigbouw bij het RVB, over de lessen die hij leerde. ‘Het KAVA is een goed voorbeeld, omdat het laat zien dat hergebruik van installaties kán.’ Toch leverde de verbouwing best moeilijke keuzes op, merkte hij: duurzaamheid, energiebesparing en circulariteit kunnen elkaar soms bijten. ‘Het is heel mooi als je een luchtbehandelingskast of een oude component kunt hergebruiken, maar die voldoet misschien niet aan de laatste eisen voor energiebesparing.’
Atze Boerstra is onderzoeker op het gebied van milieu-impact en circulariteit van installaties. Hij vult aan: ‘Circulatiepompen voor verwarmingen worden steeds energiezuiniger. Op een gegeven moment kom je op het punt dat de besparing die je kunt realiseren op energieverbruik in de gebruiksfase het wint van de milieu-impact van vervanging van een element. De vraag moet dus telkens zijn: waar ligt het optimum?’
Harald Tepper herkent de discussie over energiebesparing en circulariteit. Een groot deel van de focusgroepen van het transitieteam Circulaire Maakindustrie, waar hij voorzitter van is, heeft een actieve rol in de energietransitie. ‘Circulaire windparken, zonnepanelen en klimaatinstallaties zijn bijvoorbeeld complexe producten, die een groot beslag leggen op materiaal. Daarom is het belangrijk om ook naar circulariteit te kijken, vanuit de doelen van de materiaaltransitie. We moeten kijken naar de totale milieu-impact en van daaruit de goede afweging maken. Duurzaamheid is niet alleen energie-efficiëntie of zo weinig mogelijk CO2 uitstoot, maar ook circulariteit.’
Hergebruik á la Bovag: ‘deze warmtepomp is van een oud vrouwtje geweest’
Wanneer verlengen van de levensduur door hergebruik toch gunstig uitpakt voor de circulariteit, is de vraag vaak wel: hoe lang kan het apparaat nog mee? Oosting kijkt daarvoor met een schuin oog naar de Bovag. ‘Ik vind het fantastisch hoe zij als branchevereniging garantie geven op tweedehands auto’s. Ik zeg ook altijd: deze warmtepomp is van een oud vrouwtje geweest, heeft altijd binnen gestaan. Dat is wat je wilt weten: van wie was het apparaat, hoe is het gebruikt, hoe lang kan het nog mee? Een garantie kan hergebruik beter faciliteren.’
Tepper beaamt: ‘De maakindustrie is veel bezig met refurbishment en remanufacturing, maar de perceptie bij kopers is nog steeds: ‘reused is niet zo goed als nieuw’. Zo’n keurmerk of garantiesysteem kan veel terughoudendheid wegnemen.’
‘In slimme apparaten zitten steeds meer kritieke materialen’
Wat hoogleraar Boerstra betreft zijn er twee belangrijke redenen om aan de slag te gaan met circulariteit bij installaties. ‘Als je bij renovatie van een bestaand kantoorgebouw nieuwe binnenwanden en installaties plaatst, is dat zomaar goed voor 30 procent tot de helft van de totale milieu-impact. Bovendien komt de critical raw material act eraan. Daar moeten we iets mee. In heel Europa zien we tekorten aan grondstoffen op ons afkomen.’
Juist in de nieuwe generatie slimme apparaten, zoals warmtepompen, zitten steeds meer kritieke materialen. Een van de oplossingsrichtingen waar Boerstra in de podcast op ingaat is urban mining: bij een materiaal als koper is het veel makkelijker en goedkoper om het uit oude gebouwen te halen dan uit de mijn. ‘Daarnaast moeten we goed nadenken over verlenging van de levensduur van onderdelen en hoe we installaties makkelijk uit elkaar kunnen halen.’
Oosting is het daarmee eens, maar benadrukt dat het begint bij goede data: ‘We weten nog onvoldoende welke materialen in welke hoeveelheden in onze installaties zitten. Betere data zijn nodig om te kunnen rekenen en goed te kunnen vergelijken op milieu-impact. Pas dan kun je erop gaan sturen.’
‘Klimaat as a service dwingt om na te denken over beheer en onderhoud’
In de maakindustrie wordt steeds vaker het ‘as a service model’ ingezet. Ook dat kan eraan bijdragen dat complexe apparaten zo lang mogelijk worden gebruikt. Een ziekenhuis koopt dan bijvoorbeeld bij Philips - waar Tepper werkt - niet een MRI-apparaat, maar het kunnen maken van een bepaald aantal scans per dag. De producent kijkt dan naar hoe het apparaat optimaal gebruikt kan worden en wat nodig is aan onderhoud, zodat het maximale rendement eruit gehaald wordt.
Tepper: ‘Het begint bij de vraag welke waarde je wilt creëren. Bij klimaatinstallaties is dat: comfort. Als je andere eisen loslaat, zoals een bepaald aantal installaties per vierkante meter of overal in huis tegelijk een minimale temperatuur, kun je veel disruptiever nadenken over een systeemtransitie. En dan kom je tot een heel andere oplossing.’ Boerstra ziet zo’n ‘as a service’ model ook wel voor zich bij klimaatinstallaties. ‘Als je gaat ontwerpen op een aangenaam klimaat – temperatuur, luchtkwaliteit – ga je automatisch verder vooruitkijken. Je dwingt partijen na te denken over beheer en onderhoud, en over hoe je zo de milieu-impact kunt beperken.’
Ook columnist Jan Willem van der Groep - programmaregisseur van Building Balance - pleit ervoor de focus te verleggen van eisen aan systemen naar het einddoel: een comfortabel, gezond en energiezuinig binnenklimaat. ‘Dat kan vaak met minder installaties, efficiënter en duurzamer. Met een modulair verwarmingssysteem kun je in plaats van de hele installatie elke 15 jaar te vervangen, alleen de compressor of de pomp upgraden. Combineer dat met prestatiecontracten waarbij de installateur verantwoordelijk blijft voor onderhoud en optimalisatie.’
Oosting zou ook graag zien dat meer wordt gestuurd op output, maar: dat is nog best complex. ‘Als we warmte als een service willen bieden hebben we te maken met een opwekker, met distributie en met afgifte. Die moeten integraal zorgen voor het eindproduct.’
‘We moeten per keten bij elkaar gaan zitten’
Tepper benadrukt dat voor circulariteit van installaties geen one size fits all bestaat. Voor een as a service model’ zijn veel klanten bijvoorbeeld nog niet klaar. ‘Een alternatief is bijvoorbeeld om aan het einde levensduur het apparaat terug te kopen. We hoeven niet op één paard te wedden. We moeten per keten bij elkaar gaan zitten en in kaart brengen: wat is de milieu-impact van de materialen, wat zijn daarachter de grote drivers, en hoe kun je ze circulair maken? Dat kan opdrachtgevers helpen om bij de inkoop de juiste criteria te stellen.’
Boerstra pleit in de zoektocht naar meer circulariteit bovendien voor een brede blik en multidisciplinaire samenwerking. Dat leidt in zijn ervaring tot waardevolle inzichten, zoals onlangs nog bleek tijdens een congres in Spanje dat hij bezocht, over thermisch comfort en temperatuurbeleving. ‘We weten op basis van onderzoeken bijvoorbeeld dat niet alleen de temperatuur, maar ook de luchtsnelheid invloed heeft op hoe je de omgeving ervaart. Met een plafondventilator boven je bed kun je dat dus al veel beter maken. Zo’n ventilator heeft heel veel minder materialen in zich en gebruikt veel minder energie dan een standaard koeloplossing.’