‘Grootste vijand van duurzaamheid is een kortetermijnvisie’
17 februari 2021Lineaire financiering staat circulair bouwen in de weg
4 maart 2021‘Opdrachtgevers mogen slopers meer tijd geven’
‘Opdrachtgevers mogen slopers meer tijd geven’
Circulair slopen staat op de startbaan, maar er is nog wel wat nodig om het te laten vliegen, stelt Daaf de Kok, oprichter van BouwCirculair. Volgens hem komt het aan op stoffeninventarisaties, een focus op hoofdstromen en (gecertificeerde) normen voor hoogwaardig gebruik van circulaire materialen.
De slopers zijn een essentiële schakel in het omvormen van de bouw van lineair naar circulair. Samen met hun opdrachtgevers kunnen zij het aanbod van circulaire grondstoffen en producten aanjagen. Zo kunnen we het doel van 50 procent circulaire bouw in 2030 en 100 procent in 2050 halen. Of we hierin goed op weg zijn, is lastig te beoordelen. Daarvoor moet je de sector kennen en al lang bezig zijn met circulariteit. Dan kom je uit bij iemand als Daaf de Kok. De oprichter van BouwCirculair (en SloopCirculair) zet met zijn netwerkorganisatie circulaire ketens op, bijvoorbeeld in beton, asfalt, openbare verlichting en groenvoorziening. In die hoedanigheid spreekt hij regelmatig met slopers, opdrachtgevers en bouwers. We vroegen hem de balans op te maken.
U bent al meer dan twintig jaar bezig met circulair bouwen en slopen. Schiet het in uw ogen nu een beetje op?
‘Iedereen is bezig met onderzoeken, proberen en testen. Het vliegtuig is onderweg op de startbaan. Het heeft snelheid, maar het moet nog wel opstijgen.’
Wat is er voor nodig een structurele verandering te bewerkstelligen zodat we de circulaire bouw-doelen voor 2030 en 2050 halen?
‘De cultuur en structuur rond het slopen van projecten moet in de hele keten om. Dat lukt alleen als iedereen gaat veranderen: slopers, opdrachtgevers, bouwers en recyclebedrijven. Het is zaak om in de gehele materialenketen vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen.’
Zit er al gang in circulair slopen?
‘We hebben naar schatting iets meer dan 400 sloopbedrijven die allemaal lokaal bezig zijn. Ik schat dat iets meer dan veertig procent werkt volgens de circulaire systematiek van de beoordelingsrichtlijn Veilig en Milieukundig Slopen (SVMS-007). Zij zijn verder dan je denkt, maar het kan nog veel beter.’
Wat kan beter?
‘Tijd is de belangrijkste factor. Het zoeken van afzet van producten en materialen in de keten kost nu nog veel inspanning. Een sloper moet een netwerk bouwen van afnemers of hubs organiseren die hun sloopmaterialen willen hebben. Bij voorkeur zijn dit afnemers die circulariteit garanderen. Een voorbeeld is glas. Dat wordt nu nog te weinig circulair behandeld. Het verdwijnt bijvoorbeeld in funderingsmateriaal voor wegen. Wat we willen, is dat het een tweede leven als glas in de bouw krijgt.’
Zou je de vraag naar circulaire materialen uit sloop via voorschriften kunnen stimuleren?
‘Op zich werken voorschriften, zoals die bij nieuwbouw, goed. In systemen voor aanbestedingen van nieuwbouw zoals RAW en Stabu zou je de lat voor het gebruik van circulaire materialen en producten hoger kunnen leggen. Voor slopers zijn zulke voorschriften er nog niet, wat grote verschillen in aanbestedingen geeft. Er zijn geen uniforme richtlijnen om hergebruik en recycling met waardebehoud te stimuleren. BouwCirculair heeft daarvoor het instrument SloopCirculair.nl opgezet.’
In hoeverre lukt het om oude materialen circulair af te zetten?
‘Bij beton zijn we op dat punt al aardig op weg. Op het ogenblik zie je dat er steeds meer oud beton komt dat kan worden gegranuleerd tot nieuw beton. Ook zie je dat in de bouw steeds meer vraag is naar beton waarin oud beton is verwerkt.’
Een andere oplossing is dat je materialen bij een marktplaats stalt. In hoeverre is dergelijke logistiek aan het ontstaan?
‘Je krijgt steeds meer lokale hubs. Elk jaar komen er wel één of meer lokale marktplaatsen bij. Zo’n hub mag niet te ver weg liggen van de afnemers. Want je wilt voorkomen dat die materialen lange reizen moeten maken.’
Het hergebruik van uit oude gebouwen gesloopte bouwproducten, zoals deuren, lijkt hip te worden…
‘Zulk hergebruik is leuk, maar je wilt geen window dressing. We moeten niet alleen maar circulair doen om de sympathieke uitstraling, zonder echte positieve impact. Daarom zeg ik: laten we ons eerst concentreren op de grote stromen.’
Wat kan helpen om die focus te vergroten?
‘Dat begint bij de opdrachtgevers. Het zou goed zijn als zij bij sloop een stoffeninventarisatie maken, waarbij ze aangeven wat hun circulaire verwachtingen zijn. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van SVMS-007. Bij zo’n inventarisatie kijk je naar 1-op-1 herbruikbare producten. Daarna kijk je naar het circulair behandelen van hoofdgrondstoffen, zoals hout, steen, glas, metaal, kunststof en isolatiemateriaal. Zodat deze behouden blijven voor de keten: staal terug naar de staalindustrie, glas naar de glasindustrie enzovoort. Dat moet met tachtig procent van deze grondstoffen kunnen.’
Dat vraagt van opdrachtgevers dat ze de sloop goed voorbereiden.
‘Inderdaad. Als een opdrachtgever vroeger bijvoorbeeld een school wilde laten slopen, dan belde die een paar sloopbedrijven en vroeg om een prijs. Na de keuze van de sloper zei zo’n opdrachtgever: de groeten! Er werd niet meer naar omgekeken. Wat betreft voorbereiding van de sloop is er wezenlijk iets veranderd. Daar wordt beter over nagedacht.’
Maar tijd blijft een bottleneck...
‘Opdrachtgevers bakkeleien jarenlang over het ontwerp van nieuwbouw. Als ze daar eindelijk mee klaar zijn, zeggen ze: oh ja, er staat ook nog een oud gebouw. Reden waarom bijna alle slopers klagen dat ze onvoldoende tijd krijgen voor het vinden van circulaire afzet. Het zou mooi zijn als opdrachtgevers eerder beginnen. Op dat punt kunnen we ze beter opvoeden.’
Hoe kan circulair slopen aantrekkelijk worden voor opdrachtgevers?
‘Daar zijn veel manieren voor. Zo kan sloop een aardige manier zijn om de omgeving meer bij het project te betrekken. Een mooi voorbeeld vond ik het slopen van een school in Houten. Daar hadden ze de stoffeninventarisatie op Facebook gezet, met een oproep dat burgers spullen konden halen. Dan gaat sloop leven.’
We moeten niet alleen maar circulair doen om de sympathieke uitstraling, zonder echte positieve impact. Laten we ons eerst concentreren op de grote stromen
Circulaire sloop, feiten op een rij
Aantal sloopaannemers: 426, waarvan 40 procent circulair.
Bron: EIB en schatting Daaf de Kok
Aantal bouwmaterialenhubs: landelijk 6, lokaal 4
Landelijk: Insert, Bruggenbank, Gemeentewerf, Oogstkaart, Sloopmaterialen online en Marktplaats.
Lokaal: Gebruiktebouwmaterialen.com (Sint Oedenrode), Sagro used product- shop (’s-Heerenhoek), Van der Wal sloopwerken (Joure) en Van der Zanden (Moergestel).
Bron: www.sloopcirculair.nl/marktplaatsen/
Hoeveel gebouwen worden er gesloopt?
Hoeveelheid vrijkomend sloopmateriaal per jaar: 24.000 kiloton
Aantal gesloopte woningen 2017: 10.603
Aantal gesloopte utiliteitsgebouwen 2017: 2.894
Bron: EIB Marktstudie