Vincent Gruis: ‘Het borrelt en bruist aan creatieve ideeën, projecten en samenwerkingsvormen’
28 december 2021‘Het is hoog tijd dat we in de brede toepassing van de MKI investeren’
13 januari 2022Aeres Hogeschool ademt duurzaamheid: ‘Meest trots op de groene long in het gebouw’
Aeres Hogeschool ademt duurzaamheid: ‘Meest trots op de groene long in het gebouw’
De Aeres Hogeschool in Almere is een instant klassieker van circulaire bouwkunst. Een gesprek met ontwerper Wilco Scheffer, architect-directeur van BDG Architecten in Zwolle, over de creatie zelf en het proces eromheen.
De nieuwe Aeres Hogeschool in Almere is een gebouw van 4000 vierkante meter verdeeld over 5 bouwlagen, waar dagelijks 900 studenten en 80 medewerkers hun weg vinden. Op zichzelf al een droomopdracht voor de meeste architecten. Deze had bovendien een mooie bonus. Het gebouw is namelijk een blikvanger op het Floriadeterrein; reden voor gemeente en provincie om extra budget beschikbaar te stellen, want dit visitekaartje voor de stad moest iets bijzonders worden. En dat werd het, onder leiding van de architect die de opdracht na een Europese selectie voor zich opeiste: Wilco Scheffer, architect-directeur bij BDG Architecten uit Zwolle samen met GertJan Samson, architect-partner bij hetzelfde bureau.
Wat maakte deze opdracht interessant voor jou?
‘Het is een groot laboratorium voor onderwijs en kennis. Studenten doen hier onderzoek naar de steden van de toekomst. Hoe gaan we om met hittestress, wateroverschot en -tekort, circulariteit en duurzaamheid? Het ontwerp moest aansluiten bij het Floriadethema ‘Growing Green Cities’. Het is bekend dat groen een positieve invloed heeft op je welzijn, en daardoor op je prestaties. Sommige wanden zijn groen beschilderd, sommige hebben groen-afbeeldingen, en er is enorm veel levend groen. Hier gaan studenten dieper meten en onderzoeken wat daarvan de precieze effecten op de prestaties zijn. Het gebouw ziet er prachtig uit, maar ik ben vooral blij dat het zo mooi aansluit bij de functie: onderwijs en de duurzame toekomst.’
Wat zijn vernieuwende elementen waar je trots op bent?
‘We hebben de hele westgevel met zonnepanelen behangen. Het dak ook – nu is dat redelijk standaard, maar we hebben ze opgetild als een soort tropendak. Daaronder ligt de verblijfstuin. Trots ben ik op de ‘groene long’, zoals we het noemen. Van entree tot daktuin word je door een prachtige, groene wereld geleid, met mooie brede zittrappen en planten en bomen. Het maakt van het hele gebouw een eenheid. Het mooie van het onderwijs van nu, met alle technologische hulpmiddelen, is dat je op elke plek kunt leren. En op allerlei manieren, met groepjes en projecten en noem maar op. Dit gebouw nodigt uit een plekje te zoeken dat past bij elke vorm. Diezelfde plekken kunnen gebruikt worden voor andere dingen, zoals chillen. Het is een plek van samenkomen. De hele groene long is een ontmoetingsruimte. Die stimuleert de toevallige ontmoeting, wat een belangrijke aanjager is voor samenwerking en de wetenschap.’
Aeres Hogeschool
De Aeres Hogeschool in Almere staat op het Floriadeterrein. De gevel is ontworpen als ‘smart skin’, met PV-panelen aan de westzijde die energie opwekken en tegelijk zonwerend zijn. Het gebouw produceert onder normale omstandigheden meer energie dan het verbruikt. Het triple solar energy dak kan 50.000 liter water vasthouden – en afgeven aan de begroeiing op de oostelijke gevel, die uitkijkt op de bomentuin van de Floriade. Het gebouw staat op een bescheiden kavel: rondom is een strook van vier meter arboretum. De fietsenstalling zit onder het gebouw, de daktuin dient als ‘schoolplein’. De brede zittrappen zijn van hergebruikt hout. Tijdens de Floriade wordt het gebouw gebruikt als ontvangstruimte voor bezoekers.
Je had extra budget, altijd prettig.
‘Daardoor konden we verder gaan in duurzaamheid. Meer experimenteren. Die kans krijg je lang niet altijd. Wat dat betreft hebben de Aeres Hogeschool, gemeente Almere en de provincie hun nek durven uitsteken. Voor ons is het bovendien interessant dingen te ontdekken die we in de toekomst in andere gebouwen kunnen toepassen.’
Is het systeem van vergunningen en regels goed afgestemd op circulaire ambitie?
‘Nou, niet helemaal. Wij wilden graag puien hergebruiken uit sloop. Maar dan stuit je op aanbestedingsregels voor overheden: je kunt die materialen niet reserveren of inkopen. Het ontwerpproces is complex. Er is grote tijdsdruk. Je moet in korte tijd veel besluiten nemen en allerlei processen integreren. We hadden puien uitgezocht, maar die konden we dus niet reserveren. Daardoor kon dat niet doorgaan. Ik moet weten welke pui ik kan gebruiken – voor de constructie uiteraard, maar ook voor de vergunningen, want je moet aangeven hoeveel daglicht op bepaalde plekken valt. Een probleem in volgordelijkheid, vind ik.’
Best een opmerkelijke hindernis, met het oog op de circulaire ambitie.
‘Vind ik ook. Overigens geldt dit voor overheden en semioverheden, omdat zij gebonden zijn aan strenge protocollen. Een ondernemer die een bedrijfspand wil bouwen, kan diezelfde puien wel inkopen.’
Hoe heb je dat opgelost?
‘We hebben toch nieuwe puien gebruikt. VAn hout, en demontabel gemaakt. Het beton in het gebouw is wel van hergebruikt granulaat. Dat kun je later in het proces makkelijker inkopen.’
Demontabele delen vs. lange levensduur
‘Ik ben er voor mezelf nog niet helemaal uit in hoeverre het belangrijk is om gebouwen demontabel te maken,’ zegt Wilco Scheffer. ‘Je moet veel ingewikkelde oplossingen bedenken om dat in te passen. Ik geloof persoonlijk ook erg in bouwskeletten die honderden jaren meegaan. Ik woon zelf in een huis van 400 jaar oud. Het skelet staat, maar vanbinnen kan ik zien dat het door de jaren wel meerdere verschijningsvormen heeft gehad. Het geeft karakter en is op zijn manier minstens zo duurzaam.’
Zijn er nog meer hindernissen die we uit de weg moeten ruimen?
‘De bekende regeldruk. Voor een bouwvergunning moet je enorme boekwerken aan berekeningen en vragenlijsten inleveren. Het zorgt ervoor dat de minimumeis het maximaal haalbare is geworden. Budgetten zijn op die minimumeisen afgesteld. Mijn ambitie is om gebouwen zonder installaties te maken. Veertig procent van het budget zit in plafonds weggewerkt: luchtverversing, afzuiging, afvangen en terugpompen van warmte… allemaal machinerie. De gebruiker moet zich aanpassen aan de installaties in plaats van andersom. Het is heel duur. Het is kwetsbaar. Je moet het onderhouden, en vervangen. Hoe mooi zou het zijn als je dat geld kunt inzetten voor andere dingen? Maar je moet alles aan kunnen tonen, en soms kan dat gewoon niet, al weet je zeker dat het kan. Zo wilde ik bijvoorbeeld houten constructievloeren. Maar de geluidseisen voor scholen zijn zo extreem hoog dat we de vloer moesten opdikken met beton om aan de norm te voldoen. Dat maakt het duur, en dan zit je toch weer met beton. Zulke regels beperken het experiment. Het vergt ontzettend veel overredingskracht om zulke dingen voor elkaar te krijgen.’
Nog even terug naar de Aeres Hogeschool: wil je er nog iets uitlichten waar je trots op bent?
‘De groene gevel. Daarachter zit een heel systeem om hem groen te houden. Het dak kan 50.000 liter water vasthouden. Daar is een computer aan gekoppeld die rekening houdt met de weersverwachting. Een irrigatiesysteem bewatert de gevelplanten ook in droge tijden. Dit geeft ons tevens de kennis om straks in steden te gebruiken. Je kunt het op bestaande gebouwen toepassen. Trouwens, nog een belangrijke stap, maar dan aan de proceskant: de partij die het systeem van gevelirrigatie technisch heeft uitgevoerd, blijft verantwoordelijk voor het onderhoud. Dat stimuleert partijen beter na te denken over het systeem. Het stuwt de kwaliteit omhoog.’
Feiten en cijfers
- <0 EPC, een negatieve energieprestatiecoëfficiënt betekent dat het gebouw zelf voldoende energie opwekt om in zijn eigen stroomverbruik te voorzien.
- 712 zonnepanelen op gevel en dak toegepast van Europese afkomst.
- 60 ton CO2 bespaard door toepassing van CO2-arme grondstoffen en 50% granulaat in alle prefab vloeren.
- 48 ton CO2 bespaard door het gebruik van circulair beton in al het in het werk gestorte beton.
- 59.600 liter waterberging op het dak voor bewatering van de groene gevel.
- 11.082 planten in de gevel.
- 6 bomen op het dak.