Jan-Willem Groot (NMD): ‘We lopen voorop, maar de toegankelijkheid kan nog beter’
2 november 2022De bouw van een circulaire rioolwaterzuivering in Terwolde
21 november 2022Biobased en hergebruikte materialen: inspanningen zonder beloning
Biobased en hergebruikte materialen: inspanningen zonder beloning
Woningen kunnen gebouwd worden met een MPG die (veel) lager is dan de huidige wettelijke eisen. Succesfactor daarbij is onder andere de toepassing van houtbouw. Maar circulaire materialen staan nog niet altijd goed geregistreerd in de NMD, waardoor die MPG moeilijk te bereiken is. Deel 2 uit onze serie over 'Koplopers'.
Het Transitieteam heeft aan DGBC (kantoren en bedrijfshallen) en W/E adviseurs (woningen en woongebouwen) gevraagd om een inventarisatie en analyse van ‘koplopers’ uit te voeren; bouwwerken waarbij een (zeer) lage MPG is gerealiseerd.
Uit het onderzoek is gebleken dat woningen gebouwd kunnen worden met een MPG die (veel) lager is dan de huidige wettelijke eisen. De belangrijkste succesfactor in de onderzochte projecten is de toepassing van houtbouw. Andere succesfactoren zijn: hergebruik van materialen, langere gebouwlevensduur, producten met een lagere MKI en losmaakbaar of modulair bouwen.
W/E-adviseur Rianne van der Veen: 'Met houtbouw en hergebruik kan dus een lage MPG worden bereikt. Maar er zijn ook bouwprojecten waarbij dit effect niet optreedt. Dat komt omdat ze onvoldoende geregistreerd staan in de Nationale Milieudatabase (NMD), bijvoorbeeld omdat biobased producten relatief nieuw zijn. Zonde, want dat is een inspanning zonder beloning. Maar de wereld staat niet stil, veel producenten zijn op dit moment bezig met een levenscyclusanalyse (LCA) om hun producten te laten opnemen in de database.'
'Een andere factor is dat het invoeren van hergebruikte producten in MPG-rekenprogramma’s nu nog vrij lastig is. Er zijn rekenregels voor, maar die zijn niet bij iedereen bekend. Daarom wordt met nieuwe producten gerekend, die een hogere MPG hebben. Dit wordt binnenkort eenvoudiger: dan kun je in de MPG-rekentools zoals GPR-materiaal de producten aanvinken als 'hergebruikt' en berekent de tool de lagere MPG-waarde. Hergebruik van materialen na de levensduur van het gebouw wordt via LCA’s ook steeds beter gewaardeerd in een lagere MPG.'
En zo, benadrukt ze, wordt de berekende MPG-score langzaam maar zeker ‘steeds beter representatief voor de werkelijkheid’.
Innovaties aanjagen
De circulaire strategieën losmaakbaarheid en adaptiviteit hebben nog geen invloed op de MPG. Net zo min als ‘producten van dichtbij halen’, zegt Rianne van der Veen. 'Zorg je voor minder uitstoot van CO2 door de transportafstanden te beperken, dan word je daarvoor in het huidige systeem ook nog niet beloond.'
De GWW-sector gebruikt een ander rekensysteem, DuboCalc, waarin de rol van transport wel opgevoerd kan worden. In rekenprogramma’s voor de woning- en utiliteitsbouw zou dat ook ingebouwd kunnen worden, waarbij de kwaliteitsborging wel een belangrijk aandachtspunt is. 'Je wil niet dat iedereen zomaar alles kan aanpassen. Je zou dit bijvoorbeeld kunnen toestaan voor ‘eigen gebruik’ maar niet voor de aanvraag van een omgevingsvergunning.'
Van der Veen vindt daarnaast het losmaakbare aspect ‘een belangrijk punt voor de toekomst’. 'Modulair bouwen is een belangrijke schakel in de circulaire ambitie. Hoe sneller we dat in de score belonen, hoe sneller het de standaard wordt. Het zal de innovaties in die sector aanjagen.'
Generieke en verouderde data
Volgens mede-onderzoeker Ruben Zonnevijlle van Dutch Green Building Council (DGBC) is het probleem ‘dat niet alles op de menukaart van de Milieudatabase staat’. 'Hergebruikte materialen bijvoorbeeld staan er niet in. Er staat bovendien veel generieke data in, die regelmatig ook nog wat verouderd is.'
Een complicatie is de veelkoppige natuur van biobased producten en installaties, weet Zonnevijlle. 'De elementen komen van allerlei verschillende bronnen. Het is moeilijk om inzichtelijk te maken wat daarvan nou precies de score moet zijn. Dat is een nogal bewerkelijk proces. Beton heeft dat probleem niet. Dat is overzichtelijk en heel makkelijk te rubriceren.'
Zo kon het gebeuren dat in sommige projecten beton beter scoorde dan hout, omdat de betonsector hun waardes in de NMD hadden laten opnemen. Producten voor de houtsector komen er wel in voor, maar vaak in categorie 3, waardoor de score relatief ongunstig uitpakt. Maar daarin ziet Zonnevijlle inmiddels wel een omslag ontstaan: 'Onder druk van deze toch wat kromme situatie zie je nu dat producenten van houten bouwproducten LCA’s laten uitvoeren om hun producten ook in de NMD te krijgen. Daardoor zie je de investering binnenkort wél in de score tot uiting komen. Dat brengt het hele systeem met stappen vooruit.'
Concurrentie en bedrijfsgevoelige informatie
Een positief bij-effect is dat er een soort competitie ontstaat, denkt hij. 'Zeker wanneer de maximale MPG-score scherper wordt gesteld, kun je met de juiste data van je producten een economisch voordeel verdienen. Het is hopelijk een stimulans voor verdere innovatie en verduurzaming.'
Zonnevijlle benoemt een ‘hindernis’ die leeft bij producten: de angst om gevoelige informatie prijs te geven aan concurrenten, wanneer je details in de NMD registreert. 'Die angst leeft', zegt hij. 'Dat hoor ik in de praktijk veel. Ze willen hun recept geheim houden. Begrijpelijk, daarom moeten we zorgen dat bepaalde informatie altijd afgeschermd wordt.'
Volgens Rianne van der Veen is die angst niet nodig, omdat die waarborg deels al bestaat: 'In categorie 1 zijn profielen niet openbaar. Bedrijfsgevoelige informatie kan gewoon afgeschermd worden.'
Zonnevijlle pleit voor nader onderzoek naar de argumenten van producenten om niet toe te treden tot de database, waar de NMD begin 2022 ook mee is gestart. Het gaat volgens hem met name om productkaarten voor biobased producten, installaties en PV-panelen. 'De kosten kunnen het niet zijn, lijkt me. Het moet veel meer zitten in de angst je concurrentiepositie te verzwakken, en een gebrek aan marktwerking.' Voor installaties loopt nu een project om LCA’s te maken met de branche.
Scherpere normen
Naar verwachting zal een scherpere MPG-grens deze hobbel (deels) onschadelijk maken. 'Nu is de MPG-grens nog makkelijk haalbaar. Er is daardoor nog te weinig economische noodzaak om je product in de database te zetten. Die noodzaak zal bij scherpere normen meer voelbaar worden. Dan gaat iedereen op zoek naar producten met een goede score – hout, én herbruikbare producten en andere producten met een lage milieu-impact.'
Verantwoording: Onderzoek koplopers in MPG
De uniforme meetlat voor circulair bouwen, de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG), is volop in ontwikkeling. Hetzelfde geldt voor de Nationale Milieudatabase (NMD), waarin uiteindelijk alle elementen opgenomen moeten worden waaruit het gebouw is opgebouwd. De optelsom van die elementen bepaalt de MPG-score.
De RVO heeft twee studies laten uitvoeren naar ‘koplopers’: bouwprojecten waarbij een zeer lage MPG-score werd behaald. Daaruit worden lessen getrokken die helpen de ambitie ‘Nederland circulair in 2050’ te realiseren.
De Dutch Green Building Council (DGBC) deed onderzoek naar koplopers in utiliteitsgebouwen: kantoor- en industriegebouwen.
W/E Adviseurs voerde het onderzoek naar woningbouwprojecten uit.
Uit de onderzoeken werden vijf hoofdconclusies getrokken.
Dit artikel behandelt conclusie 2:
Voor kantoren, industrie/bedrijfshallen komen circulaire materiaalkeuzes (veelal biobased houtbouwconcepten) nog niet altijd goed tot uiting in een betere score, met name bij toepassing van hergebruikte en biobased materialen. Voor de woningen is dat al beter zichtbaar, hier zijn de meeste projecten ook ontworpen op basis van houtbouwconcepten.
Andere afleveringen in deze serie:
- Aflevering 1: Gezocht: integrale methodiek voor energieconcept en MPG
- Aflevering 3: 'Huidig raamwerk van het MPG-meetsysteem ook afstemmen op industriegebouwen'
- Aflevering 4: NMD voorziet aanwas 200 tot 400 productkaarten dankzij ‘Witte vlekken’-project
- Aflevering 5: ‘Samen de normen scherp slijpen van MPG-toepassing op industrie’